29
Stofzak (Fig. 12)
Bevestig de stofzak op de stofmond. Als de stofzak tij-
dens het werk in de weg zit, verdraait u de stofmond om
de stand van de stofzak te veranderen.
Wanneer de stofzak ongeveer half vol is, schakelt u het
gereedschap uit en verwijdert u de accu. Haal de stofzak
van het gereedschap af en trek de klem eraf. Gooi de
stofzak leeg door er zacht tegen te tikken om zo veel
mogelijk stof eruit te verwijderen.
OPMERKING:
• Als u een Makita-stofzuiger aansluit op uw lamellen-
freesmachine, kunt u nog efficiënter en schoner wer-
ken.
BEDIENING
Verbindingen maken
WAARSCHUWING:
• Klem vóór het werk altijd uw werkstuk stevig aan de
werkbank vast.
(Fig. 13 en 14)
Hoekverbinding (Fig. 15, 16 en 17)
T-verbinding (Fig. 18, 19 en 20)
Verstekverbinding (Fig. 21 en 22)
Raamverbinding (Fig. 23 en 24)
Langsverbinding (Fig. 25 en 26)
Om verbindingen te maken, gaat u als volgt tewerk:
1.
Breng de twee werkstukken in de definitieve stand.
2.
Markeer het midden van de groeven voor de verbin-
dingsstukken met een potlood.
OPMERKING:
• Het midden van de groeven moet minstens 50 mm van
de rand van het werkstuk liggen.
• Laat bij meervoudige verbindingsstukken een afstand
van 100 – 150 mm tussen de groeven.
3.
Enkel voor hoekverbinding en T-verbinding
Klem het verticale werkstuk vast op de werkbank.
Enkel voor verstekverbinding
Klem één werkstuk vast op de werkbank met de ver-
stekgezaagde kant omhoog gericht.
Enkel voor raamverbinding en langsverbinding
Klem één werkstuk vast op de werkbank.
4.
Stel de freesdiepte passend in voor het formaat van
de lamellen die gebruikt gaan worden. Raadpleeg
de tabel onder het kopje “Instellen van de frees-
diepte”.
5.
Stel de hoogte van de hoekgeleider in zodat het blad
in het midden van de plankdikte staat.
6.
Laat de middenmarkering op de grondplaat samen-
vallen met de potloodlijn op het werkstuk.
7.
Zet de machine aan en duw ze voorzichtig naar
voren om het blad in het werkstuk te brengen.
8.
Breng de machine voorzichtig weer in de originele
stand wanneer de stelschroef de aanslag heeft
bereikt.
9.
Enkel voor hoekverbinding en T-verbinding
Klem het horizontale werkstuk vast op de werkbank.
Enkel voor verstekverbinding
Klem het andere werkstuk vast op de werkbank met
de verstekgezaagde kant omhoog gericht.
Enkel voor raamverbinding en langsverbinding
Klem één werkstuk vast op de werkbank.
10.
Enkel voor hoekverbinding
Plaats de machine op het werkstuk met het blad
naar onderen gericht.
Enkel voor T-verbinding
Verwijder de hoekgeleider van de machine. Plaats
de machine op het werkstuk met het blad naar onde-
ren gericht.
11. Herhaal de stappen van 6 – 8 om groeven te frezen
in het horizontale of het andere werkstuk.
Indien het blad niet in het midden van de plank moet wor-
den gecentreerd, gaat u als volgt tewerk:
Enkel voor hoekverbinding, verstekverbinding,
raamverbinding en langsverbinding
• Verwijder de hoekgeleider van de machine. Stel de
geleideplaat in op 90° voor hoekverbinding, raamver-
binding en langsverbinding of op 45° voor verstekver-
kbinding.
• Volg stappen 1 – 11 zoals hierboven beschreven, met
uitzondering van stappen 5 en 10.
Enkel voor T-verbinding
• Breng de twee werkstukken in de definitieve stand.
• Plaats het verticale werkstuk op het horizontale. Klem
beide werkstukken op de werkbank.
• Verwijder de hoekgeleider van de machine.
• Volg de stappen 2, 4, 6, 7, 8 en 11 zoals hierboven
beschreven.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of onder-
houd uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Zorg dat het gereedschap goed schoon blijft, vooral de
ventilatiesleuven. Reinig de luchtsleuven regelmatig en
zorg dat ze niet geblokkeerd of verstopt raken.
(Fig. 27)
De koolborstels vervangen
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig. Ver-
vang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering zijn
afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg ervoor
dat ze vrij kunnen bewegen in de houders. Beide kool-
borstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik alleen identieke koolborstels.
(Fig. 28)
Steek een platkopschroevendraaier in de inkeping in het
gereedschap en verwijder de houderafdekking door deze
omhoog te wippen.
(Fig. 29)
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit,
plaats de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed
vast.
(Fig. 30)
Plaats de houderafdekking terug op het gereedschap.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door
een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruik-
making van originele Makita vervangingsonderdelen.