-53-
De ontstane snijkant aan de spanscheurbeveiliging
dient als tekenkant bij rechte sneden en
schuinsneden.
Leg de FLEXI-rail op het werkstuk. Zet vast
tegen het werkstuk en richt uit volgens de
aftekening.
Om de FLEXI-rail te fixeren, beide spanklemmen 1
(afb. 6) mit de klemmen aanspannen.
Werkwijze
Stel de snijdiepte en de snijhoek aan de
machine in.
Positioneer de machine aan het begin van de
FLEXI-rail zodanig dat de geleidingselementen
1 (afb. 4) van de rail in de groef van de
grondplaat grijpen.
Schakel de machine in en schuif ze gelijkmatig
in de snijrichting.
FLEXI-rail niet met oplosmiddelen
reinigen. Anti-slip-bedekking kan
worden beschadigd.
5.8 Schaduwvoegen zagen
De minimale schaduwvoegbreedte bedraagt:
-
bij gebruik zonder parallelaanslag 13 mm
-
bij gebruik met parallelaanslag 14 mm (bij
snijdiepte 0 - 32 mm)
-
bij gebruik met parallelaanslag 18 mm (bij
snijdiepte 32 - 42 mm).
Stel de vereiste snijdiepte in.
Trek de beweeglijke beschermkap met hendel 2
(afb. 3) in en zet de machine op het eerste
afgestelde werkstuk op.
Zet de machine aan en schuif de machine
gelijkmatig in snijrichting, gebruik hierbij het
afzuigapparaat.
5.9 Zagen met parallelaanslag
De parallelaanslag 4 (afb. 1) dient voor het zagen
parallel ten opzichte van een reeds voorhanden kant.
Daarbij kan de aanslag zowel rechts als ook links aan
de machine worden aangebracht. Hierbij bedraagt het
snijbereik op de rechter kant 65 mm en op de linker
kant 250 mm.
U kunt de snijbreedte na het losmaken van de
vleugelschroeven 9 (afb. 2) verstellen, doordat u
de aanslag desbetreffend verschuift en
vervolgens de vleugelschroeven weer vast
aantrekt.
Bovendien kan de parallelle aanslag door eenvoudig
omdraaien
(geleidingsoppervlak
voor
de
werkstukrand wijst omhoog) ook als dubbel oplegvlak
voor een betere geleiding van de machine worden
gebruikt. Nu kan de machine langs een op het
werkstuk bevestigde lat worden geleid.
5.10 Zagen volgens tekening
Bij het zagen volgens tekening dient de rechter kant
van de geleidingsrail als tekeningswijzer. Dit geldt
ook voor schuinsneden. Houd alstublieft rekening met
alinea 5.4.
Plaats voor het zagen de geleidingsrail op het
werkstuk.
Schakel de machine aan (zie hoofdstuk 5.2) en
schuif de machine gelijkmatig in snijrichting
voor.
Na het snijeinde schakel de zaag door loslaten
van schakelaar 2 (afb. 1) uit.
5.11 Zagen
volgens
tekening
zonder
geleidingsrail
Gevaar
Monteer bij het zagen zonder
geleidingsrail zeker de bijgevoegde
parallelle aanslag. Hij dient als
extra steun voor een betere
geleiding van de machine en als
veiligheid.
Stel de snijdiepte van de machine in op minimum 30
mm en maak de aansluitleiding uit de kabelhouder
los. Vervolgens kunt u de machine door het bedienen
van arrêtering 20 (afb. 7) naar achterin van de
geleidingsrail nemen.
De grondplaat bezit een tekenkant 10 (afb. 3) zowel
voor de rechte snede alsook voor schuinsneden.
Deze tekenkant stemt overeen met de binnenkant
van het zaagblad. Voor schuinsneden kan de
voortekening door de opening op de linker kant van
de bovenste beschermkap worden bekeken.