•
Zorg ervoor dat de deur correct gesloten is. Indien dit niet het geval is, zal het
programma niet starten.
T
OevOegeN
vAN
wASmIddeL
IN
de
mAChINe
De gebruikte hoeveelheid wasmiddel in de machine zal afhangen van de volgende
factoren:
•
Selecteer de voorwasfunctie niet wanneer het wasgoed zeer licht vuil is. Giet een
kleine hoeveelheid wasmiddel (volgens de instructies van de fabrikant) in het
compartiment II van de wasmiddellade.
•
Wanneer het wasgoed extreem vuil is, selecteer een programma met voorwas en
giet % van de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel in het compartiment I van de
wasmiddellade en de rest in het compartiment II.
•
Gebruik enkel wasmiddelen voor wasmachines. Volg de instructies van de fabrikant
wat betreft de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel.
•
In streken waar het water hard is, is het aangewezen om meer wasmiddel te
gebruiken.
•
Hoe groter de hoeveelheid wasgoed, hoe groter de vereiste hoeveelheid wasmiddel.
•
Giet de wasverzachter in het middelste compartiment van de wasmiddellade.
Overschrijd het MAX niveau niet.
•
Dikke wasverzachters kunnen de lade verstoppen en moeten verdund worden.
•
Vloeibare wasmiddelen kunnen voor alle programma’s zonder voorwas gebruikt
worden. Schuif hiervoor het meetstaafje voor vloeibaar wasmiddel (*) in de
geleidingsrails van het compartiment II van de wasmiddellade. Gebruik de
aanduidingen op het meetstaafje om het compartiment te vullen met de vereiste
hoeveelheid wasmiddel.
(*) De technische kenmerken kunnen verschillen in functie van het machinemodel.
V.1.0
150