5
DO9233TB
www.domo-elektro.be
NL
GEBRUIK
1.
Zorg ervoor dat de handunit volledig opgeladen is.
2.
Bevestig de opzetborstel op de handunit.
3.
Spoel je mond grondig met water en maak de borstelkop nat voordat je gaat poetsen. Je kan
normale tandpasta gebruiken. Om spatten te voorkomen zet je de tandenborstel aan nadat je de
borstelkop op je gebit hebt geplaatst.
4.
Beweeg vervolgens de borstelkop langs de kauwvlakken van je gebit. Beweeg de borstelkop langs
de buitenkant van je gebit en vervolgens langs de binnenkant. Zorg ervoor dat je ook in de ruimtes
tussen de tanden, evenals langs het tandvlees komt. Je hoeft niet hard te drukken. Klinische testen
hebben aangetoond dat de beste reinigingsmethode wordt bereikt door de borstelkop zachtjes van
tand naar tand te bewegen, zonder druk uit te oefenen.
5.
Om plak te verwijderen moet je minimaal 2 minuten poetsen, dit is de aanbevolen tijd per
poetsbeurt. De tandenborstel is uitgerust met een timer. Na een halve minuut zal het toestel kort
in de andere richting draaien om aan te geven dat je een halve minuut aan het poetsen bent. Dit zal
ook gebeuren na 1 minuut en na anderhalve minuut. Na 2 minuten zal de tandenborstel stoppen. Wil
je langer poetsen, druk dan nogmaals op de schakelaar. Het toestel zal opnieuw 2 minuten werken.
6.
Spoel je mond grondig na het poetsen. Het is normaal dat de vorm van de borstel verandert na
gebruik. Dat wordt veroorzaakt door jouw persoonlijke manier van tanden poetsen, maar dit heeft
geen invloed op de efficiëntie van de borstel.
Je kan het toestel op 3 standen gebruiken. Deze kies je door op de keuzeknop onder de aan-uitschakelaar
te drukken totdat het overeenstemmende lampje brandt :
· Clean: voor het dagelijks, grondig poetsen van je gebit
· Sensitive: reinig je gebit op een zachte en milde manier, perfect voor gevoelige tanden
· Massage: deze poetsstand stimuleert de doorbloeding en helpt bij het genezen van ontstoken
tandvlees
Opladen
Om de capaciteit en de levensduur van de oplaadbare batterijen optimaal te benutten, moeten de
batterijen voor het eerste gebruik 24 uur lang volledig geladen worden en vervolgens tijdens gebruik
volledig ontladen worden. Vervolgens opnieuw tot de maximale capaciteit laden. Dit laden/ontladen-
proces dient elke zes maanden plaats te vinden.
1.
Steek de stekker van de oplaadhouder in het stopcontact. De oplaadhouder kan op elk stopcontact
worden aangesloten met een uitgangsspanning van 100 – 240V.
2.
Plaats de oplaadbare handunit met de voorzijde naar voren in de oplaadhouder. Het rode
indicatielampje gaat branden. Vervolgens zullen de lampjes boven de verschillende programma’s
oplopend beginnen branden. Dit geeft aan dat het toestel aan het opladen is.
3.
Het rode lampje wordt groen wanneer de batterij vol is.
Gedurende het oplaadproces kan de handunit enigszins warm worden. Dit heeft geen invloed op de
werking van de handunit.
De handunit kan niet worden overbelast. Om het optimale vermogen van de oplaadbare handunit te
behouden moet deze na gebruik altijd in de oplaadhouder worden geplaatst.