49
De menger mag alleen gebruikt worden als alle veiligheids-
voorzieningen onbeschadigd zijn en goed werken.
De mengtrommel mag alleen bij een draaiende motor gevuld
en leeg gemaakt worden.
Verander het toerental van de motor niet, omdat dit de
veilige maximum werksnelheid regelt en de motor en alle
draaiende delen tegen schade door te hoge snelheid
beschermt.
De steker moet uit het stopcontact
gehaald zijn bij:
het verplaatsen of transporteren.
reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.
bij storingen
controle van de aansluitleidingen, of deze verstrengeld
of beschadigd zijn
het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd)
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de
beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en -delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Niet geaarde mengers (beschermklasse I)
Niet aansluiten op een stopcontact van een woning.
Alleen aansluiten op een voeding
voorzien van een aardlekschakelaar met
een waarde van 30 mA.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
3 x 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
3 x2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal vermogen
niet meer, de werking van het toestel wordt gereduceerd.
Bij toepassing van een kabelhaspel de kabel geheel
afwikkelen.
Aansluitleidingen niet voor doeleinden toepassen, voor die
ze niet bestemd zijn. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of
scherpe randen. Aansluitleiding niet voor een uittrekken van
de steker uit het stopcontact gebruiken.
Aansluitleidingen voor gebruik op defecte plaatsen of
veroudering onderzoeken.
Nooit defecte aansluitleidingen gebruiken.
Bij het leggen van de aansluitleiding erop letten dat deze niet
gekneusd of geknikt wordt en dat de stekerverbinding niet
nat wordt.
Geen provisorische elektroaansluitingen gebruiken.
Veiligheidsinrichtingen nooit overbruggen of buiten werking
zetten.
De menger alleen aansluiten in
combinatie met een aardlekschakelaar
van 30 mA.
De aansluitkabel of reparaties aan de aansluitkabels alleen
door een erkende vakman laten uitvoeren.
Reparaties aan het elektrische gedeelte van de menger
alleen door de fabrikant of geautoriseerde werkplaatsen laten
uitvoeren.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij
het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor
de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan.
Inbedrijfstelling
Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen.
Het opstellen van de machine:
De machine op een vlakke en stevige
ondergrond plaatsen.
Het wegzakken van de machine vermijden.
Maatregelen
voor ongevalpreventie in acht nemen.
Zorg ervoor dat de menger ongehinderd gevuld en leeg
gemaakt kan worden.
In- en uitschakelen
Wees er zeker van dat:
alle beveiligingen van de menger gemonteerd zijn en
functioneren.
dat alle veiligheidsvoorschriften in acht genomen zijn.
De motor alleen met de schakelaar in- en uitschakelen.
Bij stroomuitval schakelt de motor automatisch uit. Om in te
schakelen moet u de schakelaar opnieuw bedienen.
Motorbeveiliging
De motor is voorzien van een temperatuursbeveiliging. Deze
temperatuursbeveiliging schakelt bij overbelasting
(oververhitting) de motor uit. De motor moet na de afkoel
periode opnieuw ingeschakeld worden.
Het mengen
De menger alleen conform de voorschriften gebruiken.
Stabiliteit van de menger testen.
Het vullen en leeg maken van de menger alleen met
draaiende motor.
De menger niet over beladen.
Een elektrische beveiliging zorgt ervoor dat de menger niet
werkt als het beschermen vulrooster niet gesloten is. Deze
beveiliging testen voordat u aan het werk gaat.
Het mengen van de materialen
1.
vulrooster sluiten.
2.
menger inschakelen.
3.
vullen met water en toevoegmateriaal.