Leroy-Somer Multibloc 3101, Recommendations For Installation And Maintenance

Page: 4 / 8

U heeft voor een hoogwaardig aandrijfsysteem geopteerd. LEROY SOMER is u hiervoor erkentelijk. Aan de ui -
tvoering werd de grootste zorg besteed en alvorens de machine te verzenden werd deze tevens aan een strenge
controle onderworpen. De hiernavolgende voorschriften, instructies en omschrijvingen betreffen de standaardui -
tvoering. Zij houden geen rekening met afwijkende constructies of speciale aanpassingen. Het is belangrijk dat
alle ingrepen door bevoegd en ervaren personeeel uitgevoerd worden. Het niet respecteren van deze aanbeve -
lingen kan leiden tot een voortijdige uitval van de motor en het vervallen van de constructeursgarantie.
• ONTVANGST
- Controleer de staat van de motor. In geval van beschadiging hiervan of zelfs van de verpakking, dient voor-
behoud aangetekend te worden bij de vervoerder (in het voorkomende geval kan de herstelling niet onder de
garantie vallen).
- Controleer de juiste uitvoering van het materiaal aan de hand van de originele bestelling (bouwvorm, gege vens
op het (de) typeplaatje(s)).
• OPSLAG EN BEWERKING
Plaats de apparatuur in een propere droge plaats, beschermd tegen schokken, vibraties, extreme temperaturen
(tussen -30°C en +50°C) en in een omgeving met een relatieve vochtigheidsgraad van minder dan 80%.
Langdurige opslag (> 1 jaar)
- Vul de reductiemotor volledig met olie (bij het in werking stellen, laten leeglopen en opnieuw vullen in
overeenstemming met de instructies uiteengezet in de overeenkomstige technische mededeling), uitgezonderd
bij installaties die voor de volle levensduur worden gesmeerd. Smeer de externe afdichting(en) met vet in.
- Het geheel in een verzegeld plastic omhulsel (dichtgelost bijvoorbeeld) met een vochtonttrekkend zakje stop-
pen.
- Voor motorreductoren met manuele deblokkering van de rem, de rem losmaken om te vermijden dat deze gaat
plakken.
Bewerking:
- Het is verplicht de hefinstrumenten te gebruiken die op de machine zjn geïnstalleerd.
Vóór de inbedrijfstelling:
- Controleer voorafgaand aan de installatie en tijdens de gebruiksduur van de motor of de motor
compatibel met zijn omgeving.
- De as (zijde motor) met de hand laten draaien om te controleren of de afdichtingen in goede staat verkeren.
- Nagaan of de elektrische machines goed geïsoleerd zijn (> 100 megohm) na eerst alle elektronische circuits
losgekoppeld te hebben: remcellen, enz.).
- Afvoer- en condensatiewater.
- De rem weer in aangespannen positie zetten.
- Voor de reductoren die met olie gesmeerd worden, het oliepeil controleren of bijvullen.
- De ontluchtingsstop weer aanbrengen bovenop de reductor, althans wanneer het materiaal hiermee
uitgerust is.
- Smeer de asblokken in die uitgerust zijn met vetnippels (motoren: aangegeven op het naamplaatje van de motor ;
versnellingsbakken: ISO VG 100 NLGI graad 2).
• INBEDRIJFSTELLING
- De reductoren op een stevige en vlakke ondergrond, vrij van trillingen, monteren. Gebruik gepaste schroeven
die lang genoeg zijn (minimaal klasse 8,8) en ze voor 70 % van hun rekgrens aanspannen.
- Verwijder de beschermingen van de as(sen) en flens(en): plastic doppen, olie of vernis (indien nodig, een
oplosmiddel gebruiken en opletten dit niet in contact te laten komen met de afdichtingen).
- Voor reductoren met holle as in opsteek montage, niet vergeten een reactiearm te installeren (zie desbetref-
fende catalogi).
- De koppelingen, tandwielen, riemschijven, enz. ... uiterst zorgvuldig op de as(sen) monteren, bij voorkeur warm;
bij het monteren nooit met een hamer kloppen. De riemschijven en tandwielen moeten zo dicht mogelijk bij de
kraag van de as gemonteerd worden. Controleer de radiale kracht (zie catalogus).
- Voor rechtstreekse koppelverbindingen, nagaan of de assen goed, volgens de aanbevelingen van de leveran-
ciers, uitgelijnd zijn.
- Controleer, voor overbrenging via riem of ketting, of de assen goed parallel lopen; zich richten naar de aan-
bevelingen van fabrikanten voor de spanning van riemen (de kettingen niet strak spannen).
- Tijdens ingebruikname alle draaiende elementen beschermen teneinde lichamelijk letsel te voorkomen (naar-
gelang de van kracht zijnde wetgeving in het land waar het product gebruikt wordt).
- De motorreductor niet in een andere positie installeren dan die voorzien in de bestelling.
Ondanks alle voorzorgen bij de fabricage en tijdens de controle van het materiaal, kan LEROY-SOMER niet voor
100 % garanderen dat er voor de gehele levensduur geen olielek kan optreden. Indien kleine lekjes erns tige
gevolgen kunnen hebben die de veiligheid van personen goederen op het spel zetten, behoort het aan de
installateur alle nodige maatregelen te treffen teneinde deze gevolgen te voorkomen.
ELEKTRISCHE VERBINDING
De kabels dienen te worden verbonden door gekwalificeerd personeel, met de stroom uit (zie handleiding
Motoren).
• ONDERHOUD
Controle na inbedrijfstelling (50 bedrijfsuren)
Indien nodig nagaan of de bevestigingsschroeven aangespannen zijn en de spanning van de riemen controle ren.
Preventieve onderhoudsbeurt
- Zich ervan vergewissen of de richtlijnen inzake installatie en elektrische aansluiting nageleefd zijn.
- Smeren: raadpleeg uw handleiding.
- Nagaan of het ventilatiegaatje van de ontluchtingsstop, indien aanwezig, niet verstopt is.
- Inspecteer de afdichtingen.
- De ventilatieroosters van de motor reinigen.
- De lagers van met smeernippels uitgeruste motoren smeren.
- De luchtspleet van de remmotoren controleren.
- Afvoer- en condensatiewater.
• RECYCLING
Aan het einde van de levensduur raden wij aan een recyclingbedrijf in de arm te nemen voor de recycling van de
verschillende componenten en olie van de motorreductoren.
LEROY-SOMER behoudt zich het recht voor om de kenmerken van zijn producten te allen tijde te wijzi gen
teneinde aan de laatste technologische vernieuwingen te kunnen voldoen. De gegevens in dit do cument
kunnen derhalve zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
Aanbevelingen voor het
opslaan en de inbedrijf-
stelling van motorreductoren
nl
Ni har just anskaffat ett drivsystem av hög kvalitet. LEROY-SOMER tackar er för detta och kan försäkra att högsta
omsorg har lagts ner på tillverkning och att stränga kontroller har utförts vid leverans. Nedanstående
specifikationer, anvisningar och beskrivningar avser normala utföranden. De täcker således inte in konstruk-
tionsvarianter och / eller speciella tillämpningar. Det är viktigt att dessa utförs av kompetent personal kvalifice rad
även för igångkörning. Skulle dessa rekommendationer inte efterföljas kan detta förorsaka i förtid skador på
utrustningen. Vidare kan garantianspråk komma att avvisas.
• ANKOMSTKONTROLL
- Inspektera omedelbart utrustningen vid leverans. Om växelmotor och / eller förpackning uppvisar några ska dor
skall detta genast meddelas till transportören (i föreliggande fall täcker inte garantin reparationen).
- Kontrollera att rätt växelmotor levererats i enighet med beställningen (byggform, information på märkskylt(ar)).
• FÖRVARING OCH HANTERING
Placera utrustningen på ett rent och torrt ställe där den är skyddad mot stötar, vibrationer, extrema temperaturer
(mellan -30 °C och +50 °C) och i en omgivning med en relativ fuktighet på mindre än 80 %.
Förlängd lagring (>1 år)
- Fyll växelmotorn helt med olja (vid drifttagningen ska växelmotorn tömmas och fyllas på igen enligt anvisningarna
i det motsvarande tekniska meddelandet) förutom för livstidssmord utrustning. Smörj in yttre packningar med fett.
- Packa in utrustningen i ett tätt tillslutet plasthölje (t. ex. varmklistrat) tillsammans med avfuktningsmedel.
- Vad gäller växelmotorer med manuell bromslossning skall bromsen frigöras för att undvika risken att den fas tnar.
Hantering:
- Det är obligatoriskt att använda lyftanordningar som monterats på utrustningen.
Före start :
- Se till att motorn är förenlig med sin driftmiljö innan den installeras och även under motorns hela
användningstid.
- Vrid axeln manuellt (på motorsidan) för att kontrollera packningarnas tillstånd.
- Kontrollera isolationsmotståndet i motorn (>100 M Ω ), efter att ha kopplat ur all elektronisk utrustning : broms-
likriktare, etc.
- Töm bort allt kondensationsvatten.
- å terställ bromsen i låst läge.
- För oljesmorda växlar skall oljenivån kontrolleras och eventuellt kompletteras.
- Om en sådan finnes, placera avluftningspluggen vid växlens högsta pu nkt.
- Smörj lagren som utrustats med smörjnipplar (motorer: anges på motorns märkskylt; växellådor:
ISO VG 100 NLGI grad 2).
• IGÅNGKÖRNING
- Montera växlarna på plant, stabilt och vibrationsdämpande underlag. Använd bultar med tillräcklig längd och
hållfasthet (minst klass 8.8) och dra åt till 70 % av sträckgränsen.
- Avlägsna skyyd(en) från axel (axlar) och fläns(ar) : plasthylsor, olja eller lack (använd eventuellt lösningsme del,
men se då till att det inte kommer i kontakt med packningarna).
- Vad gäller växlar med ihålig axel för upphängd montering, glöm inte att installera en momentarm (referera till
motsvanrande kataloger).
- Montera kopplingar, kuggar, remskivor, osv... på axeln (axlarna) med största omsorg, helst efter uppvärmning ;
undvik att använda hammare eller dylikt. Remskivor och kuggra skall monteras så nära ansatsen på axeln som
möjligt. Kontrollera axlens radiella belastning (referera till kataloger).
- Vad gäller direkta muffkopplingar skall axlarnas korrekta uppriktning kontrolleras enligt anvisningar från leve-
rantörerna.
- Används rem- eller kedjetransmission skall axlarnas parallelism kontrolleras ; referera till rekommendationer
från respektive leverantörer vad gäller remspänning (kedjorna spännes ej).
- Se till att alla roterande delar är skyddade för att undvika personskador under drift (i enlighet med lokala sä-
kerhetsbestämmelser).
- Montera motorn i samma läge som angivits vid beställningen.
Trots att denna produkt tillverkats och kontrollerats med största omsorg kan LEROY-SOMER inte garantera till
100 % att något läckage av smörjmedel aldrig kommer att uppstå. Skulle sådana läckor kunna leda till allvarliga
skador för utrustning och personal är installatören skydig att vidta alla nödvändiga säkerhetsåtgärder för att
undvika dessa konsekvenser.
ELEKTRISK ANSLUTNING
Kablar ska anslutas av kvalificerad personal och med strömmen av (referera till motsvarande
motormanualer).
• UNDERHÅLL
Kontroll efter igångkörning (50 drifttimmar).
Kontrollera att skruvförbanden är korrekt åtdragna samt remspänning vid behov.
Förebyggande service.
- Se till med jämna mellanrum att anvisningarna avseende mekanisk och elektrisk installation fortfarande efter-
följs.
- Smörjning : referera till motsvarande manualer.
- Om växeln är försedd med en avluftningsplugg, se till att lufthålet inte är tilltäppt.
- Granska packningarna.
- Rengör motorns ventilationsinlopp och utlopp.
- Smörj lagren på motorer utrustade med smörjnipplar.
- På bromsmotorer, kontrollera avståndet mellan rotor och stator.
- Töm bort allt kondensationsvatten.
• ÅTERVINNING
När utrustningen ska kasseras, kontakta ett återvinningsföretag för att återvinna de olika komponenterna och
oljan i växelmotorn.
LEROY-SOMER förbehåller sig rätten att närhelst modifiera specifikationerna på sina produkter för att
integrera senaste teknologiska utvecklingar. Informationen som anges i detta dokument kan således
ändras utan förvarning.
Rekommendationer avseen-
de lagring och installation
av växelmotorer
sv
2557 - 2017.07 / f