19
Identificatie
van
bedieningselementen
1.
POWER
Aan/stand
‐
by.
2.
VOL
‐
Aanpassen
VOLUME.
3.
CIJFERTOETSEN
0
‐
9
Voor
het
selecteren
van
genummerde
onderdelen
in
een
menu.
4.
SUBTITLE
Druk
tijdens
de
weergave
herhaaldelijk
op
SUBTITLE
(ONDERTITELS)
om
een
andere
taal
voor
de
ondertiteling
te
kiezen
(indien
beschikbaar).
5.
ZOOM
JPEG:
Gebruik
“ZOOM”
om
het
beeld
te
vergroten
of
te
verkleinen.
Bij
elke
druk
op
de
ZOOM
‐
toets
verandert
het
TV
‐
scherm.
6.
OK
Bevestigen
en
invoeren.
7.
SETUP
Hoofdmenu/terugkeren.
8.
FAV
Open
het
menu
met
de
favoriete
programmalijst.
9.
TV/RADIO
Schakelen
tussen
TV
‐
en
radiobron.
10.
EXIT
11.
DISPLAY
Geeft
de
informatie
van
het
huidige
signaal
weer.
12.
SOURCE
13.
VOL
+
Aanpassen
VOLUME.
14.
REPEAT
Herhaal
afspelen
van
mp3
en
video.
15.
MUTE
Dempen
van
het
geluid.
16.
AUDIO
Druk
tijdens
het
afspelen
herhaaldelijk
op
AUDIO
om,
indien
beschikbaar,
de
verschillende
talen
voor
de
audio
te
laten
horen.
17.
MODE
Mode
(Modus):
Menu
beeldinstelling.
18.
STOP
19.
AFSPELEN/PAUZE
20.
TERUGKEREN
21.
TOETS
Vorige
optie.
22.
TOETS
Volgende
optie.
23.
TOETS
Snel
vooruit.
24.
TOETS
Terugspoelen.
25.
ROOD/GROEN
Een
specifieke
functie.
DVB/
IN
AV