4
Conf. A1 - A2 - A3 Configuratoren voor adres (1÷255)
Conf. M
Configurator voor de communicatiewijze
Conf. B
Configurator voor de transmissiesnelheid
Conf. F
Configurator voor de transmissiewijze
De unit wordt voorzien van een adres met behulp van de eerste drie
configuratoren.
De overige configuratoren bepalen de functioneringswijze van de unit.
Gedetailleerde beschrijving:
Conf. A1 - A2 - A3 - Modbus Adres
Het Modbus adres wordt bepaald door de eerste drie standen te
configureren.
Elke stand kan “geen configurator”=0, 1÷9 betekenen.
Met het MODBUS protocol wordt de waarde van het adres (
in
decimalen
) op de volgende wijze verkregen:
Conf. Conf.A2x10 + Conf.A3
Voorbeeld:
Conf. A1=2, Conf. A2=3, Conf. A3 = “geen configurator”:
het adres heeft een waarde van 230.
Conf.M - Modbus Transmissiewijze
De transmissiewijze wordt als volgt bepaald:
- 1
ASCII modaliteit
- Andere waarden of
“geen configurator”
RTU modaliteit
Conf.B - Modbus Transmissiesnelheid
De transmissiesnelheid wordt als volgt bepaald:
- 1
1,2 kbit/s
- 2
2,4 kbit/s
- 3
4,8 kbit/s
- 4
9,6 kbit/s
- 5
19,2 kbit/s
- 6
38,4 kbit/s
- “geen configurator”
“
default
” (snelheid 19,2 kbits/s)
Conf.F - Functioneringswijze
De extra functies worden als volgt bepaald:
- 1
Antwoord contacten naast
schakelaar DMX
3
- 2
Antwoord contacten naast
schakelaar DPX
- Andere waarden of
“geen configurator”
Gebruik met supervisiesysteem
Configuratie
Afmeting: 6 DIN modules
Bedrijfstemperatuur: (-10) - (+55) °C
Technische eigenschappen
RT
RT
24V
*
288 12
24V
RL4
RL5
RL6
RL1
RL2
RL3
ON
TX
RX
1 2 +
SG
--
24V
RS485/DMX
3
1 2 3 4
DPX
288 12
24V
RL4
RL5
RL6
RL1
RL2
RL3
ON
TX
RX
1 2 +
SG
--
24V
RS485/DMX
3
1 2 3 4
DPX
RT= Typische impedantie van de kabel (bijv. 120 Ω
voor Belden 9842 kabel).
De eindweerstanden moeten uitsluitend op
het eerste en laatste RS-485 knooppunt
tussen de klemmen “+” en “-“ worden
aangebracht.
De “SG” klemmen moeten op elkaar worden
aangesloten.
Aard het scherm op een enkel punt per stuk
en bewaar over het hele stuk de continuïteit
van het scherm.
De communicatiekabel waarmee het artikel 288 12
op de schakelaar DMX aangesloten wordt moet
afgeschermd zijn (Belden 9842 of een equivalente
kabel).
Interface
RS485
*