15
14
2
Horizontaal en verticaal nivelleren
Deactiveer de transportbeveiliging en zet de schuifschakelaar (2) op 'ON'. Het laserkruis, de loodlaser
en de referentiestraal verschijnen. Met behulp van de keuzetoets kunnen de lasers afzonderlijk worden
geschakeld.
Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbeveiliging gedeactiveerd zijn.
Zodra het apparaat zich buiten het automatische nivelleerbereik van 3° bevindt, knipperen de
ingeschakelde lasers. Positioneer het apparaat zodanig dat het zich binnen het nivelleerbereik
bevindt. De ingeschakelde lasers branden constant.
!
8
9
7
6
Schakel vóór het transport
altijd alle lasers uit, zet
de pendel vast en de
schuifschakelaar op 'OFF'!
!
4
5
10
3
1
2
11
a b c
NL
Laseruitlaat
Schuifschakelaar
a
AAN
b
Neigingsmodus
c
UIT / Transportbeveiliging
Batterijvakje (onderzijde)
5/8”-schroefdraad
(onderzijde)
1/4”-schroefdraad
(onderzijde)
Handontvangermodus
LED Handontvangermodus
LED-bedrijfsindicator
Keuzetoets laserlijnen
Laseruitlaat loodlaser
Laseruitlaat
referentiestraal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
LASER
LASER
LASER
LASER