![Lanaform ABPM-100 Instruction Manual Download Page 36](http://html1.mh-extra.com/html/lanaform/abpm-100/abpm-100_instruction-manual_3448630036.webp)
36
/ 74
ABPM-100
NL Handleiding
EN FR
NL
DE SL SV
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit
ABPM-100 is bedoeld voor gebruik in de hieronder toegelichte elektromagnetische omgeving.
De klant of gebruiker van ABPM-100 dient te verzekeren dat het in zo’n omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest
IEC 60601testniveau Nalevingsniveau
Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
3 V/m 80 MHz
tot 2,5 GHz
3 V/m
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag
niet dichter worden gebruikt bij onderdelen van ABPM-100,
kabels inbegrepen, dan de aanbevolen afstand berekend
aan de hand van de vergelijking voor de zenderfrequentie.
Aanbevolen afstand:
d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
Hierbij is P het nominale maximale uitgangsvermogen
van de zender in watt (W) volgens de fabrikant van de
zender, en is d de aanbevolen afstand in meter (m).
Veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals bepaald door
een elektromagnetische inspectie
a
, moeten kleiner zijn
dan het nalevingsniveau in ieder frequentiebereik.
b
Interferentie kan mogelijk zijn in de buurt van apparatuur
dat het volgende symbool draagt:
OPMERKING 1:
bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2:
Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties.
Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door de absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en personen.
a:
Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefoons (gsm/draadloos) en mobiele radio’s op land, amateurra-
diodiensten, AM- en FM-radiozenders en tv-zenders kunnen theoretisch gezien niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektro-
magnetische omgeving door vaste RF-zenders te beoordelen, moet een onderzoek naar de elektromagnetische omgeving worden
overwogen. Indien de gemeten veldsterkte in de locatie waarin ABPM-100 wordt gebruikt het hierboven vermelde RF-nalevingsniv-
eau overschrijdt, zou ABPM-100 geobserveerd moeten worden om de normale werking te controleren. Indien een abnormale
werking wordt vastgesteld, zijn mogelijk bijkomende maatregelen vereist, zoals een heroriëntatie of verplaatsing van ABPM-100.
b:
Boven frequentiebereik 150 kHz tot 80 MHz moeten veldsterktes minder dan 3 V/m bedragen.
Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en ABPM-100
ABPM-100 werd ontwikkeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen
worden gecontroleerd. De klant of gebruiker van ABPM-100 kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen
door een minimumafstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en ABPM-100 te
handhaven, zoals hieronder aanbevolen, volgens het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Nominaal uitgangsvermogen
van zender
W
Afstand volgens de frequentie van de zender
m
150 kHz tot 0,80 MHz
d = 1,2 √P
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 √P
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3 √P
0,01
0.12
0.12
0.23
0,1
0.38
0.38
0.73
1
1.2
1.2
2.3
10
3.8
3.8
7.3
100
12
12
23
Voor zenders met een nominaal uitgangsvermogen dat niet in de bovenstaande lijst staat, kan de aanbevolen
afstand d in meter (m) worden geschat aan de hand van de vergelijking voor de zenderfrequentie, waarbij P het
nominale maximale uitgangsvermogen voor de zender in watt (W) is, volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1:
Bij 80 MHz en 800 MHz is de afstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2:
Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische overdracht
wordt beïnvloed door de absorptie en reflectie van structuren, voorwerpen en personen.
Summary of Contents for ABPM-100
Page 69: ...EN FR NL DE SL SV ABPM 100 69 74...
Page 70: ...EN FR NL DE SL SV 70 74 ABPM 100...
Page 73: ......