![Lanaform ABPM-100 Instruction Manual Download Page 30](http://html1.mh-extra.com/html/lanaform/abpm-100/abpm-100_instruction-manual_3448630030.webp)
30
/ 74
ABPM-100
NL Handleiding
EN FR
NL
DE SL SV
•
Wacht minstens 5 minuten voor u een nieuwe
meting uitvoert!
DE RESULTATEN BEOORDELEN
Hartritmestoornissen
•
Dit apparaat kan tijdens de meting eventuele
hartritmestoornissen opsporen en meldt dat
dan na de meting met behulp van het overeen-
komstige symbool
(17)
.
•
Dit kan wijzen op een aritmie. Aritmie is een
aandoening die wordt gekenmerkt door een
afwijking in het hartritme die te wijten is aan
verstoringen in het bio-elektrisch systeem. De
symptomen (te late of te vroege hartkloppingen,
een te snelle of te trage polsslag) kunnen worden
opgewekt door een hartaandoening, de leeftijd,
een natuurlijke aanleg, te rijke voeding, stress of
slaaptekort. Aritmie kan enkel door een dokter
worden vastgesteld.
•
Herhaal de meting als het symbool na de meting
verschijnt. Rust gedurende 5 minuten en praat of
beweeg niet tijdens de meting. Raadpleeg een
arts als het symbool vaak verschijnt. Het kan ge-
vaarlijk zijn om een zelfdiagnose en zelfmedicatie
uit te voeren op basis van de resultaten van de
meting. Volg altijd de instructies van uw arts.
Rangschikking van de
meetresultaten
•
De meetresultaten worden gerangschikt en
beoordeeld volgens de volgende tabel.
Gebruik deze waarden slechts ter informatie,
want de arteriële bloeddruk varieert naargelang
de personen, leeftijden enz. Het is dus belangrijk
dat u uw arts regelmatig raadpleegt. Uw arts zal
u uw persoonlijke waarden voor een normale
arteriële bloeddruk geven, net als de waarde
waarop de arteriële bloeddruk als gevaarlijk
wordt beschouwd.
Dankzij de rangschikking die verschijnt en de
schaal van het apparaat kan worden bepaald
wat het bereik is waarin de gemeten spanning
zich bevindt. Als de systolische en diastolische
waarden zich in een verschillend bereik bevin-
den (bijv. systolisch in bereik ‘normaal hoog’
en diastolisch in bereik ‘normaal’), dan geeft
de grafische graadverdeling altijd het hoogste
bereik op het apparaat aan, in dit voorbeeld dus
‘normaal hoog’.
Bereik van de
bloeddrukwaarden
Systolisch
(in mmHg)
Diastolisch
(in mmHg)
Kleurindi-
cator
Niveau 3:
sterke hypertonie
≥ 180
≥ 110
Rood
Niveau 2:
hypertonie
gemiddeld
160-179
100-109
Oranje
Niveau 1:
lichte hypertonie
140-159
90-99
Geel
Normaal hoog
130-139
85-89
Groen
Normaal
120-129
80-84
Groen
Optimaal
<120
<80
Groen
Bron: WGO, 1999 (Wereldgezondheidsorganisatie)
De meetwaarden opvragen en wissen
•
Het resultaat van elke geslaagde meting wordt
opgeslagen, samen met de datum en het uur.
Als er meer dan 30 meetgegevens zijn, wordt
de oudste meting overschreven.
•
Druk op de geheugentoets
(3)
om het meetre-
sultaat weer te geven. Het aantal opgeslagen
resultaten voor de gekozen gebruiker verschijnt.
•
Druk op de START/STOP-toets
(2)
om een andere
gebruiker te kiezen en bevestig met de geheu-
gentoets
(3)
.
•
Vervolgens ziet u de gemiddelde waarde (AL)
(15)
van alle gemeten waarden die voor deze
gebruiker werden opgeslagen.
Summary of Contents for ABPM-100
Page 69: ...EN FR NL DE SL SV ABPM 100 69 74...
Page 70: ...EN FR NL DE SL SV 70 74 ABPM 100...
Page 73: ......