49
Waterpas Stellen
Plaats een luchtbelwaterpas op een van de rekken van een
oven om te controleren of het fornuis waterpas staat.
Zet het fornuis op de bestemde plaats neer. Pas daarbij
op dat het niet wordt verdraaid in de ruimte tussen de
keukenkasten, aangezien dit het fornuis of de kasten kan
beschadigen.
Om het fornuis aan de achterkant in de hoogte te verstellen,
dient u de stelmoeren aan de voorste hoeken aan de
onderkant.
Om de voeten aan de voorkant in te stellen dient u het
fornuis met behulp van de wieltjes aan de achterkant op te
tillen of te laten zakken.
De Stabiliteitsteun of -ketting
Installeren
Tenzij anders aangegeven, moet een fornuis dat een
buigzame gasconnector gebruikt, vastgezet worden met een
geschikt stabiliteitsmiddel.
Als u een stabiliteitketting gebruikt dient de ketting zo kort
mogelijk gehouden te worden en stevig bevestigd te worden
aan de achterkant van het fornuis.
Als u een stabiliteitsteun gebruikt dient de steun zo
aangepast te worden dat er zo weinig mogelijk tussenruimte
is tussen de steun en de inschakelinggleuf aan de achterkant
van het fornuis.
Plaats de steun zodanig dat hij zover mogelijk over het
chassis van het fornuis past.
Aansluiten op Het Gas
Indien het fornuis op een flexibele gasleiding wordt
aangesloten, dient een klem te worden gebruikt. De klem
dient te worden bevestigd aan het gebouw en dient los te
koppelen zijn zodat het fornuis kan worden uitgetrokken
voor reiniging en onderhoudsdoeleinden.
Buigzame Gasslang
Tussen de gastoevoer en de verbindingsslang dient een
gasafsluiter te worden aangebracht. De buigzame slang (niet
bijgeleverd) dient aan de relevante normen te voldoen. Neem
in geval van twijfel contact op met de leverancier.
De afschermkasten aan de achterkant beperken de
positie van het toevoerpunt. De eindaansluiting van de
huishoudelijke gasvoeding dient naar beneden te zijn
gericht.
De aansluiting van het apparaat bevindt zich aan de
achterkant van het fornuis, vlak onder het kookplaatniveau
(‘A’ in de afbeelding).
Sluit de slang aan op het koppelstuk.
De slang dient dusdanig te worden aangesloten, dat zowel de
in- als de uitlaataansluiting verticaal is, zodat de slang in de
vorm van een U naar beneden hangt.
Daar het fornuis in de hoogte verstelbaar is en elke
aansluiting anders is, kunnen we geen nauwkeurige
afmetingen geven.
Controleer na het aansluiten van het gas aan de hand van
een drukproef of het fornuis gasdicht is. Gebruik geen
afwasmiddel om op gaslekken te controleren – het kan
corrosie veroorzaken. Gebruik producten die speciaal
bedoeld zijn voor lekdetectie.
Beproeven op Druk
De gasdruk kan worden gemeten bij het drukproefpunt op
de gasinlaat. Draai de gasleiding naar het fornuis dicht. Sluit
de manometer aan op het drukproefpunt. Draai de gasleiding
open en steek een van de kookplaatbranders aan (‘B’ in de
afbeelding).
Draai de gasleiding naar het fornuis dicht en verwijder de
manometer.
Aansluiten op de Elektriciteit
Het apparaat dient door een bevoegd elektricien te
worden aangesloten in overeenstemming met de relevante
voorschriften alsmede de vereisten van het plaatselijke
energiebedrijf.
n
n
WAARSCHUWING: HET APPARAAT DIENT TE
WORDEN GEAARD.
Opmerking:
Het fornuis dient te worden aangesloten op de
juiste stroomvoeding, zoals op het spanningslabel van het
fornuis vermeld is. Het fornuis dient te worden aangesloten
via een geschikt regeleenheid voor het fornuis, bestaande
uit een tweepolige schakelaar met een tussenruimte van ten
minste 3 mm tussen de polen. Het fornuis mag niet op een
normaal, huishoudelijk stopcontact worden aangesloten.
De totale elektrische belasting van het apparaat bedraagt
ongeveer 5 kW. De elektriciteitskabel dient aan deze belasting
en aan de plaatselijke vereisten te voldoen.
Nederlands