NL
- 93 -
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
6.1 Aan-/Uitschakelaar (
fi
g. 12, pos. 3)
Inschakelen:
Eerst de grendelknop voor Aan/Uit-schakelaar (2)
en dan de Aan/Uit-schakelaar (3) indrukken.
Met de Aan-/Uitschakelaar (3) kunt u het aantal
slagen traploos regelen. Hoe verder u de scha-
kelaar indrukt, des te hoger het aantal slagen.
Uitschakelen:
Grendelknop voor Aan/Uit-schakelaar (2) en Aan/
Uit-schakelaar (3) loslaten.
6.2 Instelling pendelbeweging (
fi
g. 13, pos. 8)
•
Aan de omschakelaar voor de pendelbewe-
ging (8) kan de sterkte van de pendelbewe-
ging van het zaagblad (12) bij de slag worden
ingesteld.
•
U kunt de snijsnelheid, het snijvermogen en
het snijbeeld aanpassen aan het te bewerken
stuk.
Zet de omschakelaar voor de pendelbeweging (8)
in één van de volgende standen:
Stand 0
= Geen pendelbeweging
Materiaal:
rubber, keramiek, aluminium, staal
Opmerking:
Voor
fi
jne en zuivere snijkanten,
dunne materialen (bijv. platen) en harde materi-
alen.
Stand 1
= Kleine pendelbeweging
Materiaal:
kunststof, hout, aluminium
Opmerking:
Voor harde materialen.
Stand 2
= Gemiddelde pendelbeweging
Materiaal:
hout
Stand 3
= Grote pendelbeweging
Materiaal:
hout
Opmerking:
Voor zachte materialen en zagen in
vezelrichting.
De beste combinatie van instelling van toeren-
tal en pendelbeweging is afhankelijk van het te
bewerken materiaal. Het valt aan te bevelen de
ideale instelling steeds aan de hand van een pro-
efsnede op een afvalstuk vast te stellen.
6.3 Uitvoeren van sneden
Voorzichtig!
•
Vergewis u er zich van dat de Aan/Uit-scha-
kelaar (3) niet ingedrukt is. Verbind pas dan
de accu met het apparaat.
•
Schakel de accu afkortzaag alleen in met ge-
monteerd zaagblad.
•
Gebruik alleen foutloze zaagbladen. Vervang
botte, verbogen of gescheurde zaagbladen
onmiddellijk.
•
Plaats de zaagvoet vlak op het te bewerken
stuk. Schakel de decoupeerzaag in.
•
Laat het zaagblad aanlopen, tot het de volle
snelheid heeft bereikt. Leid het zaagblad
dan langzaam langs de snijlijn. Oefen daarbij
slechts een lichte druk uit op het zaagblad.
•
Bij het zagen van metaal moet de snijlijn met
een geschikt koelmiddel worden bestreken.
6.4 Uitzagen van gebieden (
fi
g. 13)
Boor met een boormachine een gat van 10 mm
binnen het uit te zagen gebied. Leid het zaagblad
in dit gat en begin met het uitzagen van het ge-
wenste gebied.
6.5 Uitvoeren van parallelle sneden (
fi
g. 14)
•
Parallelaanslag monteren en afstellen (zie
punt 5.3).
•
Aanwijzingen in punt 6.3 in acht nemen.
•
Snede uitvoeren zoals voorgesteld in fig. 14.
6.6 Versteksnede (
fi
g. 9)
Hoek aan de zaagschoen instellen (zie punt 5.4).
Aanwijzingen in punt 6.3 in acht nemen.
Snede uitvoeren zoals voorgesteld in
fi
g. 9.
6.7 LED-licht (
fi
g. 1, pos. 4)
Het LED-licht (4) maakt het mogelijk om de sni-
jplaats extra te verlichten. Het LED-licht (4) gaat
automatisch branden, zodra u op de Aan/Uit-
schakelaar (3) drukt.
6.8 Stof-blaasfunctie (afbeelding 1, pos. 18)
Door een inschakelbare luchtstroom blijft de snij-
lijn vrij van stof en spanen.
•
Om deze in te schakelen moet de schakelaar
voor stof-blaasfunctie (18) naar achter wor-
den geschoven.
•
Om deze uit te schakelen moet de schakelaar
voor stof-blaasfunctie (18) weer naar voor
worden geschoven.
Anl_KX_SS_18_Li_SPK13.indb 93
Anl_KX_SS_18_Li_SPK13.indb 93
22.12.2021 12:44:13
22.12.2021 12:44:13