
17
Het uitvoeren van een goede meting
Door sommige soorten gordijnen en jaloezieën kunnen de
golven worden geabsorbeerd waardoor de meting onnauwkeu-
rig wordt. Als u de afmetingen van een ruimte met gordijnen
wilt meten, open dan eerst de gordijnen voordat u de afstand
tussen uzelf en het raam meet. Controleer ook of het raam
goed gesloten is.
Als zich in de ruimte tussen de punten die u wilt meten obsta-
kels bevinden, krijgt u verkeerde waarden omdat de golven te-
rugkaatsen van objecten als stoelen, tafels en voorwerpen met
een ongelijk oppervlak. Als u twijfelt aan de juistheid van de
meting, ga dan iets opzij staan en meet de afstand nogmaals.
Als het oppervlak van een wand die u aan het meten bent,
niet vlak en massief is, of als u de meting in een smalle gang
uitvoert, dan krijgt u verkeerde waarden. Als dat het geval is,
gebruik dan een massief oppervlak voor de meting of ga niet
in het midden van de gang staan.
Om verkeerde waarden te voorkomen als u de knop LD/NOR-
MAL/OFF op LD zet, moet u controleren of zich op een afstand
van 2,50 m vanaf het punt dat u aan het meten bent geen voor-
werpen bevinden (behalve als de vloer onder een punt ligt).
Voor het meten van een langere afstand dan 18,288 meter
kiest u (bijvoorbeeld) een punt in het midden van de ruimte,
vanaf het centrum, en dan meet u de ruimte naar elke kant, en
telt u de twee gevonden waarden bij elkaar op.
Het opslaan van een meetresultaat
1) Volg de stappen in de alinea ‚Meten‘ voor het meten van
afmetingen.
2) Druk op STORE (opslaan) en vervolgens op een geheu-
gentoets (M1, M2 of M3). M en het getal dat u kiest (1, 2
of 3) bepalen de plaats; het geheugen verschijnt en het
meetresultaat wordt in het geheugen opgeslagen.
3) Indien nodig herhaalt u stap 1 en 2 voor het opslaan van 3
meetresultaten.