83
Basisbediening
1. Systeeminstellingen
De systeeminstelling wordt gebruikt om de TV-modus, screen saver, video-uitgang,
TV-scherm, code, level, rating en default aan te passen.
1) TV-systeem
Er zijn diverse DVD-formaten evenals verschillende
TV-standaarden. Kies het TV-signaal dat overeenkomt
met de systeemuitgang door middel van TVSYSTEM.
Opties: NTSC,PAL60,PAL, Auto.
NB:
Wanneer uw tv in NTSC- of PAL-modus staat en u
kiest de verkeerde tv-stand, zal het beeld zwart-wit
zijn, of het zal knipperen. Druk dan op de “PIN”-
toets op de afstandbediening en het beeldscherm
wordt weer normaal.
2) Beeldschermbeveiliging
Gebruik de optie "screen saver" (beeldschermbeveiliging) om het screen saver
programma te openen of te sluiten. U kunt kiezen uit de mogelijkheden: AAN en
UIT
ON (AAN): Na een bepaalde tijd (ongeveer 3 min) zal de screen saver automatisch
aan gaan. Druk op een willekeurige toets om de screen saver uit te
zetten. OFF (UIT): Wanneer u "uit" heeft geselecteerd zal de screen
saver niet starten.
3) Video-uitgang:
Video-uitgang biedt verschillende beeldkwaliteiten.
INTERLACE-YUV, TV-RGB, P-SCAN YPBPR,
S-VIDEO.
4) HDMI-setup
Gebruik de HDMI-instellingsmogelijkheden om de
resolutie van het HDMI-beeld in te stellen. Opties:
480/576i, 480P/576P, 720P, 1080i, 1080P.