WK 8 B3
NL
│
BE
│
221
■
Livemodus inschakelen
De standaardmodus van het apparaat is de zogenaamde livemodus.
In deze modus worden opnamen geactiveerd door de bewegings-
sensor
5
. Zet de moduskeuzeschakelaar
z
op de stand “ON” om
de livemodus in te schakelen. Na 15 seconden dooft de rode LED
van de LED-indicatie
2
, daarna werkt de camera zelfstandig en
schakelt om te beginnen over naar de stand-bymodus. Zodra wild of
iets dergelijks zich direct in het waarnemingsgebied van de bewe-
gingssensor begeeft, start de camera afhankelijk van de opgegeven
instellingen met het maken van foto- en/of video-opnamen.
Als het wild zich, nadat het in het waarnemingsgebied van de be-
wegingssensor is gekomen, daar weer uit begeeft, wordt de camera
uitgeschakeld en wordt de stand-bymodus geactiveerd.
Nachtopnamen
Bij nachtopnamen leveren de infrarood-LED's
1
op de voorkant van
de wildcamera het voor opnamen vereiste licht. De LED's stralen
licht uit onder een grote hoek. Dat maakt nachtopnamen mogelijk in
een bereik van ongeveer 3 m tot 20 m zonder dat het object wordt
overbelicht. Reflecterende voorwerpen (bijvoorbeeld verkeersbor-
den) kunnen echter ook buiten dit bereik voor overbelichting zorgen.
Nachtopnamen worden in zwart-wit gemaakt.