18
NL
BEWAAR DEZE GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING EN STEL
HEM TER BESCHIKKING VAN DE PERSONEN DIE DIT APPARAAT WILLEN
GEBRUIKEN
BELANGRIJKE INFORMATIE
Lees alle aanwijzingen voor de werking en het onderhoud, de adviezen
voor de veiligheid en de waarschuwingen in de handleiding aandach-
tig. Het merendeel van de ongelukken bij gebruik van de compressor is
te wijten aan het niet respecteren van de elementaire veiligheidsvoor-
schriften. Als men tijdig de mogelijk gevaarlijke situaties identificeert
en de juiste veiligheidsvoorschriften in acht neemt, vermijdt men
ongelukken. Gebruik de compressor alleen zoals is aanbevolen door de
fabrikant.
VEILIGHEID
(AANWIJZINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK VAN DE COMPRESSOR)
1. RAAK DE BEWEGENDE DELEN NIET AAN
2. GEBRUIK DE COMPRESSOR NIET ZONDER DAT BESCHERMINGEN
GEMONTEERD ZIJN
3 DRAAG ALTIJD EEN VEILIGHEIDSBRIL
of gelijkwaardige bescherming
voor de ogen. Richt de perslucht op geen enkel deel van uw eigen
lichaam of dat van anderen.
4. BESCHERM UZELF TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN;
vermijd
toevallige aanrakingen van het lichaam met de onderdelen van de
compressor zoals leidingen, tank of geaarde metalen delen. Gebruik
de compressor nooit in aanwezigheid van water of in een vochtige
omgeving.
5. KOPPEL DE COMPRESSOR LOS
van de elektrische bron alvorens
werkzaamheden, inspectie, onderhoud, reiniging, vervanging of cont-
role op een onderdeel uit te voeren.
6 .ONBEDOELDE START;
verplaats de compressor niet als hij nog op
de elektrische bron is aangesloten. Controleer of de schakelaar op
de stand OFF staat, voordat u de compressor op de elektrische bron
aansluit.
7. DE COMPRESSOR OP EEN GESCHIKTE MANIER OPBERGEN;
als de
compressor niet wordt gebruikt, moet hij in een droge ruimte en be-
schermd tegen weersinvloeden worden opgeborgen.
8. WERKPLAATS;
houd de werkplaats schoon en goed geventileerd
en maak de zone eventueel vrij van onnodig gereedschap. Gebruik
de compressor niet in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gas.
Gevaar voor elektrische schokken: stel de compressor niet bloot aan
regen en gebruik hem niet in vochtige of natte ruimten. De compressor
kan tijdens de werking vonken produceren. Gebruik de compressor niet
in situaties waar zich verfstoffen, benzine, chemische middelen, kleef-
stoffen en alle andere brandbare of explosieve materialen bevinden.
9. UIT DE BUURT VAN KINDEREN HOUDEN;
vermijd dat kinderen of
andere personen of dieren in contact komen met de compressor. On-
bevoegde personen moeten op een veilige afstand van de werkplaats
gehouden worden.
10. WERKKLEDIJ;
draag geen wijde kleding of sieraden. Deze zouden
gevangen kunnen worden door de bewegende delen. Draag zo nodig
een kapje dat het haar bedekt.
11. MAAK GEEN MISBRUIK VAN DE VOEDINGSKABEL;
koppel de stekker
niet los door aan de voedingskabel te trekken. Houd de kabel uit de
buurt van warmte, olie en snijdende oppervlakken. Trap niet op de
elektrische kabel of druk hem niet plat met ongeschikte gewichten.
12. ONDERHOUD DE COMPRESSOR MET ZORG;
controleer de voe-
dingskabel regelmatig en laat hem bij beschadigingen door een erkend
servicecentrum repareren of vervangen. Controleer de buitenkant
van de compressor op zichtbare afwijkingen. Wend u eventueel tot het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
13. VERLENGSNOEREN VOOR BUITENGEBRUIK;
als de compressor bu-
iten gebruikt wordt, mogen alleen elektrische verlengsnoeren gebruikt
worden die geschikt zijn voor buitengebruik en daarvoor zijn gemerkt.
14. LET OP WAT U DOET.
Gebruik uw gezond verstand. Gebruik de com-
pressor niet als u moe bent. De compressor mag nooit gebruikt worden
als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen die slaperig-
heid kunnen veroorzaken.
15. CONTROLEER OP DEFECTE ONDERDELEN OF LUCHTLEKKEN
alvorens de compressor opnieuw te gebruiken. Controleer de uitlijning
van de bewegende delen, leidingen, manometers, reduceerventielen,
pneumatische aansluitingen en elk ander onderdeel dat belangrijk kan
zijn voor een normale werking. Elk beschadigd onderdeel moet correct
worden gerepareerd of vervangen door een erkende servicedienst of
moet worden vervangen zoals in het instructieboekje is beschreven.
GEBRUIK DE COMPRESSOR NIET, ALS DE DRUKREGELAAR DEFECT IS.
BENYT IKKE KOMPRESSOREN HVIS DEN ER DEFKT.
16. GEBRUIK DE COMPRESSOR UITSLUITEND VOOR DE TOEPASSIN-
GEN DIE IN DEZE HANDLEIDING ZIJN BESCHREVEN
De compressor is
een machine die perslucht produceert. Laat de compressor volgens
de aanwijzingen in deze handleiding werken. Laat de compressor niet
gebruiken door kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met
de werking ervan. Elk ander, niet aangegeven gebruik ontslaat de
fabrikant van de verantwoordelijkheid voor mogelijk hieruit volgende
gevaren. Een ander gebruik dan door de fabrikant is vastgesteld onts-
laat hem van elke verplichting met betrekking tot mogelijke materiële
en lichamelijke schade.
17. HOUD HET ZUIGROOSTER SCHOON
(vooral als de werkruimte erg
vuil is).
18. LAAT DE COMPRESSOR OP DE NOMINALE SPANNING WERKEN
die
op het plaatje met de elektrische gegevens is aangegeven (het toelaat-
bare tolerantieveld is ±5%).
19. GEBRUIK DE COMPRESSOR NOOIT ALS HIJ DEFECT IS;
als de com-
pressor vreemde geluiden of te veel trillingen voortbrengt of defect
lijkt, moet hij onmiddellijk gestopt worden. Controleer vervolgens de
werking of neem contact op met het dichtstbijzijnde erkende service-
centrum.
20. GEBRUIK ALLEEN ORIGINELE VERVANGINGSONDERDELEN;
het
gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen doet de garantie
vervallen en veroorzaakt een slechte werking van de compressor.
Wijzig de compressor niet. Raadpleeg een erkend servicecentrum voor
alle reparaties.
2
1. SCHAKEL DE SCHAKELAAR UIT ALS DE COMPRESSOR NIET WORDT
GEBRUIKT;
zet de schakelaar op «0» (OFF) en koppel de compressor los
van de stroomvoorziening.
22. RAAK DE WARME DELEN VAN DE COMPRESSOR NIET AAN 23. STOP
DE COMPRESSOR NIET DOOR AAN DE VOEDINGSKABEL TE TREKKEN
24. PNEUMATISCH SYSTEEM;
gebruik pneumatische leidingen en
gereedschappen die een druk verdragen die hoger of gelijk is aan de
maximale bedrijfsdruk van de compressor.