N-18
•
Selecteer “ALL” vloot en “ALL” ID om een oproep te doen aan alle
eenheden (Broadcast-oproep).
•
Selecteer de vloot “ALL” en voer een ID-nummer in om een oproep te
doen naar de geselecteerde ID in alle vloten (supervisoroproep).
STATUSBERICHT
U kunt 2-cijferige statusberichten zenden en ontvangen die afgesproken
zijn binnen uw groep. Statusberichten bevatten tot 16 alfanumerieke
tekens. Statusberichten liggen tussen de 10 en 99 (80 - 99 zijn
gereserveerd voor speciale berichten).
Er kunnen maximaal 15 ontvangen berichten (gecombineerde status-
en korte berichten) opgeslagen worden in het wachtrijgeheugen van uw
zendontvanger.
■
Zenden
1
Selecteer de gewenste zone en kanaal.
2
Druk op de knop die geprogrammeerd is als
[Status]
om over
te schakelen naar de modus Status (ga door naar stap 5) of
[S status]
voor de modus Selcall (ga door naar stap 3).
3
Druk
op /
om het station te selecteren dat u wilt bellen.
•
Als Handmatig draaien geactiveerd is, kunt u een station-ID invoeren
met behulp van het toetsenblok of via
/
. Als u
/
gebruikt, bladert u door de cijfers om een cijfer te selecteren en
drukt u vervolgens op
om het cijfer in te stellen en de cursor
naar rechts te bewegen. Herhaal dit proces totdat de hele ID is
ingevoerd.
4
Druk
op om de modus Status te openen.
5
Druk
op /
om het station te selecteren dat u wilt
zenden.
•
Als Handmatig draaien geactiveerd is, kunt u een station-ID invoeren
met behulp van het toetsenblok of via
/
(zie stap 3
hierboven).
6
Druk op de
PTT
-schakelaar of de toets
Zijde 2
om de oproep te
beginnen.
•
“<COMPLETE>” verschijnt op de display als de status correct is
gezonden.