4
9. Binnendringen van vreemd materiaal of vloeistof
Let erop dat er geen vreemde voorwerpen of vloeistof in het apparaat komen via het ventilatiesys-
teem, aangezien dan het risico bestaat op contact met hoogspanningscomponenten of
op kortsluiting met brand of elektrische schokken als gevolg. Mors nooit vloeistof op dit apparaat.
10. Onderhoud
Probeer nooit zelf onderhoud uit te voeren op dit apparaat want als afschermingen worden geopend
of verwijderd, kunnen onder spanning staande onderdelen worden blootgesteld, die bij aanraking
een bron van risico kunnen vormen. Raadpleeg voor onderhoud gekwalificeerde onderhoudsmedew
-
erkers.
11. Schade waarvoor reparatie nodig is
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten alleen worden uitgevoerd door de gekwalificeerde
klantenserviceafdeling.
Onderhoud/reparatie is vereist als het apparaat is beschadigd (bijv. de netsnoer of de stekker), als
er vloeistof in het apparaat is gekomen, als items in het apparaat zijn gekomen, als het apparaat is
blootgesteld aan regen of vocht, als het niet meer goed werkt of gevallen is.
12. Reserveonderdelen
Als reserveonderdelen nodig zijn, zorg er dan voor dat de onderhoudsmedewerker de reserveonder-
delen gebruikt die
zijn aangegeven door de fabrikant of die dezelfde eigenschappen hebben
als de originele onderdelen. Reserveonderdelen die niet zijn goedgekeurd, kunnen leiden tot brand,
elektrische schokken of andere ongevallen.
13. Veiligheidscontrole
Vraag de onderhoudsmedewerker om een veiligheidscontrole op dit apparaat uit te voeren na het
voltooien van onderhouds- of reparatiewerkzaamheden om te bepalen of het apparaat in goede staat
verkeert.
14. Muur- of plafondmontage
Dit apparaat kan alleen worden gemonteerd op een muur of plafond volgens de aanbevelingen van de
fabrikant.
15. Warmte
Installeer dit apparaat niet in de buurt van hete oppervlakken, zoals radiatoren, ventilatorkachels,
ovens of andere apparaten (zoals versterkers) die warm kunnen worden. Plaats nooit items met open
vuur zoals kaarsen of lantaarns op of in de buurt van het apparaat. De batterijen die zijn geinstal-
leerd, mogen niet worden blootgesteld aan grote hitte zoals zonlicht of soortgelijk.
16. Elektriciteitsleidingen
Een buitenantenne mag niet worden geinstalleerd in de buurt van hoogspanningslijnen of andere
elektrische leidingen of op plaatsen waar deze elektrische leidingen kunnen vallen. Bij het installeren
van buitenantennes moet er goed op worden gelet dat elektrische leidingen niet per ongeluk worden
geraakt, aangezien dat fatale gevolgen kan hebben.
Om het risico van elektrische schokken, brand enz. te verminderen:
- Verwijder geen schroeven, afdekkingen of onderdelen van de behuizing.
- In geen enkele positie worden de aan-uitknop volledig verbroken door de voeding.
Omdat de netstekker wordt gebruikt om de stekker volledig van het net los te koppelen, moet deze
aan het netsnoer blijven zitten en te allen tijde bereikbaar blijven.