Nederlands
Handelingen voor het installeren
Voorkom kortsluiting en haal derhalve de autosleutel uit het kontakt en ontkoppel de
-
pool van de
accu.
Verbind de juiste in- en uitgangskabels van ieder toestel.
Verbind de bedradingsbundels in de volgende volgorde: aarde, accu, kontakt.
Verbind de bedradingsbundelstekker met het toestel.
Installeer het toestel in uw auto.
Sluit de
-
pool van de accu weer aan.
Druk op de terugsteltoets.(Zie pagina 19)
7
6
5
4
3
2
1
• Indien de ontsteking (het kontakt) van uw auto geen ACC stand heeft, moet u de ontstekingskabels
verbinden met een spanningsbron die met de autosleutel wordt in- en uitgeschakeld. De accu kan
namelijk worden uitgeput indien u de ontstekingskabel met een spanningsbron verbindt waar
voortdurend spanning op staat, bijvoorbeeld de accukabels.
• Kontroleer wanneer een zekering doorbrandt eerst of de kabels geen kortsluiting maken. Vervang
vervolgens de doorgebrande zekering door een van hetzelfde type en ampèrage.
• Let goed op dat kabels of aansluitingen die niet zijn verbonden geen kontakt met metalen
onderdelen van de auto of op een andere manier spanning leiden. Voorkom korstluiting en
verwijder niet de kappen of doppen van de uiteinden van kabels of aansluitingen die niet worden
verbonden.
• Kontroleer na het installeren van het toestel of de remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers,
etc. van de auto juist functioneren.
• Isoleer niet-aangesloten kabels met isolatieband of ander geschikt materiaal.
• Verwijder eventuele olievlekken en vuil van de plaats van installatie. Vermijd installatie op oneffen
oppervlakken.
2
LET OP
Reset
Controleer na installatie alle aansluitingen. druk op de
terugsteltoets. Druk op de terugsteltoets indien het
toestel niet juist lijkt te functioneren. Raadpleeg uw
Kenwood handelaar indien het probleem vervolgens
nog niet is opgelost.
De markeerpositie van uw auto direct na installatie
• Direct na installatie wordt de informatie van de GPS-satelliet opgenomen en kan het enkele
minuten duren voordat de huidige positie van uw auto is bepaald.
• Direct na de installatie dient een initiële waarde van de gyrosensor ingesteld te worden.
Nadat de positie van de huidige locatie is gemeten, dient u, op een constante snelheid van ca. 40
km/u, ongeveer 10 km te rijden naar een plaats waar enkele obstructies aanwezig zijn ( zoals
bijvoorbeeld huizen of lanen met veel bomen).
• Totdat de beginwaarden zijn ingesteld kunnen de positie- en snelheidsindicaties van uw auto op het
navigatiescherm aanzienlijk afwijken van de werkelijke waarden.
• De juiste aansluiting van de snelheidssignaalkabel kan via het menuscherm worden gecontroleerd.
Zie de gebruiksaanwijzing voor details.
OPMERKING
Nederlands
-
19
KNA-DV3200Inst(E) 03.5.8 2:41 PM Page 19