Nederlands
|
23
Installatievoorbeeld
Installeren op het middengedeelte
Installatie voor camera-eenheid
Installatie voor camera-eenheid
1
Reinig het oppervlak waarop u de
achteruitrijcamera wilt installeren. Gebruik een
doek of ander voorwerp om olie, was, stof of
ander vuil van het installatieoppervlak te vegen.
2
LET OP
• Plaats de achteruitrijcamera in de stand waarin u
het apparaat wilt installeren. Pas de hoek van de
achteruitrijcamera aan en installeer deze zodanig dat de
camera de auto niet raakt.
• Als u de camera op een glazen oppervlak vastplakt,
doet u dit zodanig dat de camera de achterruit niet
raakt.
2
Verwijder het beschermvel aan de achterkant
van de camerabeugel (accessoire
3
) en plak de
beugel vast.
2
LET OP
• Druk de camerabeugel met uw vingers aan zodat deze
blijft vastplakken op het installatieoppervlak. Als u het
zelfklevende oppervlak aanraakt of het apparaat een
tweede keer vastplakt, neemt de kleefkracht af en kan
het apparaat naar beneden vallen.
• Als de temperatuur van het bevestigingsoppervlak
laag is, warmt u dit eerst op met een föhn of op andere
wijze voordat u de camera installeert. Dit bevordert het
kleefvermogen.
3
Bevestig de achteruitrijcamera aan de
camerabeugel (accessoire
3
) met de
installatieschroeven (accessoire
4
).
2
LET OP
• De achteruitrijcamera wordt zodanig bevestigd dat het
logo van Kenwood zich aan de bovenkant bevindt.
4
Pas de hoek zodanig aan dat de bumper
of achterzijde van de auto onder aan het
monitorscherm wordt weergegeven.
Glasoppervlak
Schroef (accessoire
4
)
Camerabeugel (accessoire
3
)
Camerabeugel (accessoire
3
)
Monitorscherm
130°
96°
Bumper of achterzijde van auto
B64-3673-00̲Dutch.indd 23
B64-3673-00̲Dutch.indd 23
07.2.2 11:14:40 AM
07.2.2 11:14:40 AM