5
•
Het apparaat is bestemd voor professio-
neel gebruik en moet worden bediend
door goed opgeleid personeel.
•
Het apparaat is bestemd voor het berei-
den van voedsel in overeenstemming met
de gebruiksaanwijzingen. Ieder ander ge-
bruik is oneigenlijk.
•
Laat het apparaat niet gedurende lange
perioden leeg werken. Voor het gebruik
moet het apparaat worden voorverwarmd.
•
Houd het apparaat in het oog tijdens de
werking.
•
In het geval van een storing of een defect
in het apparaat moet de gaskraan worden
dichtgedraaid en/of moet de hoofdscha-
kelaar van de elektrische voeding, die bo-
venstrooms van het apparaat geplaatst is,
worden uitgeschakeld.
•
Voer de reiniging uit volgens de instructies
in het hoofdstuk 'INSTRUCTIES VOOR
DE REINIGING'.
•
Houd geen ontvlambare materialen in de
buurt van het apparaat. BRANDGEVAAR.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen
van het apparaat niet af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
•
LET OP! Schakel de verwarming niet in
wanneer de bak leeg is.
•
Wanneer de verhitting geactiveerd is,
moet het waterniveau in de bak minstens
op het minimumniveau.
•
Het apparaat is bestemd voor het di-
rect bereiden van voedsel (bakken van
biefstukken, hamburgers, vis, groenten,
enz.).
•
Het apparaat mag niet worden gebruikt
voor het indirect bereiden van voedsel; er
mogen dus geen pannen of koekenpan-
nen enz. op worden gezet.
•
Sluit deuren en laden na hun gebruik.
AANWIJZINGEN VOOR DE ON-
DERHOUDSMONTEUR
•
Lees deze handleiding aandachtig door.
Hierin vindt u belangrijke informatie over
de veiligheid bij de installatie, het gebruik
en het onderhoud van het apparaat.
•
De installatie, aanpassing aan een ander
gastype en het onderhoud van het apparaat
moeten worden uitgevoerd door gekwalifi
-
ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd
is door de fabrikant, in overeenstemming
met de geldende veiligheidsvoorschriften
en de instructies in deze handleiding.
•
Stel het model van het apparaat vast. Het
model staat aangegeven op de verpakking
en op het typeplaatje van het apparaat.
•
Installeer het apparaat alleen in vertrekken
met voldoende ventilatie.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen
van het apparaat niet af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
•
Maak de gesatineerde buitenkant van ro-
estvrij staal, het oppervlak van de berei-
dingsbakken en het oppervlak van de ko-
okplaten iedere dag schoon.
•
Laat de inwendige delen van het apparaat
minstens tweemaal per jaar schoonmaken
door een bevoegd technicus.
•
Reinig het apparaat niet met directe wa-
terstralen of stralen met hoge druk of met
stoomreinigers
•
Gebruik geen bijtende producten om de
vloer of het oppervlak onder het apparaat
schoon te maken.
•
Behuizing en vlamverdelers van de bran-
ders van de kookplaat niet in de vaatwa-
smachine wassen.
3 VEILIGHEIDS- EN CONTROLEVOOR-
ZIENINGEN
4 VERWERKING TOT AFVAL VAN DE
VERPAKKING EN HET APPARAAT
VERPAKKING
De verpakking is gemaakt van milieuvrien-
delijke materialen. De volgende onderdelen
zijn vervaardigd van recyclebaar kunststof: