NL
61
Puntmatrix
De groene cirkel symboliseert een 400 m-parcours. De gegevens
binnen de cirkel geven het aantal ronden aan en piepen na elke
ronde gedurende 1 seconde.
Als de gebruiker een programma heeft geselecteerd, toont
de puntmatrix de trainingsgegevens voor het programma in
grafische vorm.
TOETSEN
START
Start de loopband. U kunt de loopband starten 3 seconden
nadat de loopband is gestart en de veiligheidssleutel correct is
geplaatst.
STOP
Stopt de loopband wanneer de loopband aan staat en stelt de
trainingswaarden terug naar nul.
M
Kies trainingsstand – 0:00, 30:00, 1,0 of 50. (0:00 is de
handbediende stand, 30:00 is de aftelstand voor de tijd, 1,0
is de aftelstand voor de afstanden, 50 is de aftelstand voor
het calorieverbruik). Wanneer een stand geselecteerd wordt,
knipperen de gegevens continu op het display. U kunt de snelheid
en de hellingshoek wijzigen met behulp van de toetsen -SPEED+ of
-. Druk vervolgens op START om de loopband te starten.
Programmakeuze
Kies het programma door direct op de programmatoets te
drukken. Er zijn 6 voorgeprogrammeerde trainingsprogramma's:
WEIGHT LOSS, INTERVAL, HILL CLIMB, WALK en FUN RUN. Om
uw eigen programma samen te stellen – selecteer MANUAL en
druk dan /INCLINE- of SPEED+/SPEED- om de helling en
snelheid te wijzigen. Druk vervolgens op START om de loopband
te starten.
SPEED+
Verandert de snelheid van de loopband. De streefwaarden
kunnen worden gewijzigd in de instelmodus en tijdens de training
kan de snelheid worden gewijzigd in stappen van 0,1 km/u
per druk op de toets. Als de toets -SPEED+ 0,5 seconde wordt
ingedrukt, verandert de snelheid zonder stappen.
Verandert de helling. In de instelmodus kunnen de streefwaarden
worden gewijzigd en tijdens de training kan de hellingshoek
stapsgewijs worden gewijzigd met 1 stap per druk op de toets. Als de
toets - 0,5 seconde wordt ingedrukt, verandert de helling
zonder stappen.
INCLINE
Selecteer hellinginstelling direct – 4 6 8 10.
LET OP!
Houd de stang stevig vast wanneer u het display openklapt.
5. Bevestig de rechter en linker stangen (B) aan het frame (A)
met de inbusschroeven (70) en borgringen (95).
AFB. 5
6. Bevestig het display (C) aan het frame (B) met de borgring
(95) en de inbusschroef (70).
AFB. 6
7. Bevestig de rechter en linker zijafdekkingen (23, 24) aan het
frame (A) met de kruiskopschroeven (86).
AFB. 7
8. Monteer de fleshouder (F1) met de inbusschroef (F2).
AFB. 8
9. Verwijder de transportriem (N).
10. Plaats de veiligheidssleutel (37) in de displayopening (C).
AFB. 9
GEBRUIK
In- en uitklappen van de loopband
1. Houd de loopband in stand H en til hem omhoog en naar
binnen totdat u een geluid hoort van stang K.
AFB. 10
2. Houd de loopband in stand D en druk met uw voet op stang
K en klap de loopband omlaag.
AFB. 11
DISPLAY
AFB. 12
SPEED
Toont de snelheid van 0,8 tot 18 km/u. (De beginwaarde is 0,0.)
In de instelmodus, display P1-P6. In de aftelstand, display H1-H3.
TIME
Toont de trainingstijd van 0:00 tot 99:59. (De beginwaarde is
0,0.)
CAL
Toont het calorieverbruik van 0 tot 999. (De beginwaarde is 0,0.)
DIS
Toont de afstanden van 0,00-99,9. (De beginwaarde is 0,0.)
PULSE/INCLINE
Toont de helling van 0 tot 15. (De beginwaarde is 0,0.) Toont de
hartslag wanneer de gebruiker tegelijkertijd de twee handgrepen
vastpakt. Het systeem berekent de hartslag van de gebruiker en
geeft de hartslaggegevens in dit venster weer. Interval: 50–200
slagen/min. (Dit is slechts een indicatieve waarde en mag niet
voor medische doeleinden worden gebruikt.)
Summary of Contents for 002-399
Page 4: ...1 2 A 23 24 37 64 65 66 70 86 95 F1 F2...
Page 5: ...4 3 5 B C 95 B A 95 95 70 70 70 70 M1 M2 A...
Page 6: ...6 7 86 24 23 C B 95 95 95 70 70 70 95 86 86 86 A...
Page 7: ...8 F1 F2 N 9 C 37...
Page 8: ...10 11...
Page 9: ...12 13 14...
Page 10: ...17 15 16...
Page 11: ...18 19 20 1 2 3...
Page 12: ...21 22...
Page 38: ...EN 38...