
NL
107
– Als de detector geen geluidssignaal
geeft wanneer de zoekspoel zich
1-1,5 cm boven de grond bevindt, is
de grondbalancering voltooid en is
geen verdere actie vereist.
De knop GND BAL moet in kleine stappen
worden gedraaid tot de eerste instelling (met
de wijzers van de klok mee) is gevonden
waarin de detector geen geluidssignaal
afgeeft. Voor het beste resultaat draait u de
knop enigszins met de wijzers van de klok mee
vanuit de eerste stand waarin de detector geen
geluid voortbrengt. Als de knop te ver naar
rechts wordt gedraaid, wordt de gevoeligheid
van de apparatuur verminderd.
Controleer regelmatig de bodembalancering
zoals hierboven beschreven naarmate het
zoeken in verschillende gebieden wordt
voortgezet. De bodemgesteldheid kan
binnen hetzelfde geografische gebied sterk
verschillen. De hoogte boven de zeespiegel,
de nabijheid van water en de aanwezigheid
van rotsen, zand of klei kunnen betekenen dat
de bodembalancering opnieuw moet worden
uitgevoerd.
Nauwkeurige plaatsbepaling
(stilstandmodus)
In deze modus is het niet belangrijk hoe
de zoekspoel wordt bewogen, maar hoe
de apparatuur is afgWesteld. De detector
past zich niet automatisch aan wisselende
omgevingsomstandigheden aan, maar moet
door de gebruiker worden bijgesteld.
Bijstellen
Houd de zoekspoel stil vlak boven de grond.
Het gekozen gebied mag geen metalen
voorwerpen bevatten. Beweeg de zoekspoel
herhaaldelijk over het gebied om er zeker van
te zijn dat er geen metaal wordt gesignaleerd.
Detectiegebied
Het detectiebereik is afhankelijk van de grootte
van het doelobject.
Grote voorwerpen
Wanneer een doelwit wordt gedetecteerd,
toont het display de gevoeligheid (SENSITIVITY)
en klinkt er een geluidssignaal. Als het
geluidssignaal niet zwakker wordt wanneer
u de detector ongeveer 2 cm boven de grond
optilt, is er een groot of onregelmatig gevormd
voorwerp gedetecteerd. Til de zoekspoel hoger.
De indicatie op het display wordt zwakker en
het geluidssignaal wordt snel zwakker. Zoek de
randen van het voorwerp op met langzame
bewegingen op dezelfde hoogte.
Kleine voorwerpen
Wanneer een doel wordt gedetecteerd,
wordt een lage gevoeligheid op het display
aangegeven en is een zwak geluidssignaal te
horen. Houd de zoekspoel op dezelfde hoogte
boven de grond en beweeg hem van links naar
rechts heen en weer. Noteer het punt waar
het geluidssignaal het sterkst is en de hoogste
gevoeligheid wordt aangegeven. Gewoonlijk
verandert de gevoeligheidsindicatie meer
dan het geluidssignaal. Verplaats vervolgens
de zoekspoel dichter naar de grond om
het doelobject nauwkeurig te lokaliseren.
Voorwerpen ter grootte van een munt worden
gedetecteerd wanneer zij binnen het bereik
van de binnenste spoel komen. Onderhoud
en verzorging. Volg de onderhoudsinstructies
voor een optimale veiligheid, werking en
levensduur.
Summary of Contents for 002-163
Page 4: ...1 2 3 4...
Page 5: ...5 6 8 7 1 2 3 4 5 2 3 4 5 1...
Page 6: ...9 11 13 10 12 1 4 5 6 3 2...