NL
101
signaalsterkte van het doel aan. Hoe sterker
het signaal, hoe luider het geluid. Fijn zoeken
wordt gebruikt om nauwkeurig voorwerpen
ter grootte van een munt te lokaliseren.
Beweeg de zoekspoel over het doelgebied
om het doel te bepalen. Voer een zorgvuldige
bodembalancering uit voordat u de modus
ALL METAL gebruikt. Zie de informatie
over bodembalancering en nauwkeurige
plaatsbepaling (stilstandmodus). Doeldetectie
werkt niet in de modus ALL METAL. Schakel
over naar een bewegingsmodus om
doelidentificatie en diepte te tonen.
NOTCH
Gebruik de NOTCH-modus om selectief
één of meer metalen uit de categorieën
te verwijderen. De DISC/NOTCH-indicatie
toont het huidige discriminatieniveau en de
vermoedelijke aard van het gedetecteerde
voorwerp wordt aangegeven door de pijlen
bovenaan op het display. SENSITIVITY geeft het
huidige gevoeligheidsniveau aan. De diepte-
indicatie geeft de vermoedelijke diepte van het
doel aan.
Bereik voor de modus NOTCH instellen
Druk op NOTCH om naar de bereiksinstelling
voor de DISC/NOTCH-modus te gaan. DISC/
NOTCH verschijnt in de rechter benedenhoek
van het display. Druk op de pijl omhoog
of omlaag totdat de pijl voor de gewenste
categorie in de doelindicatie knippert. Druk
op ENTER om de overeenkomstige categorie
te elimineren. Herhaal dit indien meer
categorieën moeten worden geëlimineerd.
AUTO-NOTCH
Wanneer deze modus actief is, verschijnt AUTO-
NOTCH onderaan op het display en wordt
metaalschroot automatisch geëlimineerd,
zodat alleen muntdetectie actief is. Metaal
zoals diverse soorten doppen, ijzer, folie
actieve werkingsmodus wordt in de linker
benedenhoek van het display weergegeven.
DISC
De DISC-modus wordt automatisch geactiveerd
wanneer de detector wordt opgestart.
Bovendien wordt de vermoedelijke diepte van
voorwerpen van muntformaat aangegeven
door de vakjes links op het display. Wanneer
er voorwerpen worden gedetecteerd, wordt
de diepte-indicatie geactiveerd. De diepte-
indicatie is niet betrouwbaar voor grotere
voorwerpen. In deze modus kan de detector
ongewenste objecten elimineren van detectie
binnen de categorieën die boven in het display
worden getoond. De DISC/NOTCH-indicatie
toont het huidige discriminatieniveau en de
vermoedelijke aard van het gedetecteerde
voorwerp wordt aangegeven door de pijlen
bovenaan op het display. SENSITIVITY geeft
het huidige gevoeligheidsniveau aan en
DEPTH geeft de geschatte diepte van het doel
aan. De diepte-indicatie wordt geactiveerd
wanneer objecten worden gedetecteerd.
De diepte-indicatie is betrouwbaarder voor
grotere diepten en grotere objecten, op grotere
afstanden van de zoekspoel.
Bereik voor de modus DISC instellen
Druk op ADJUST om naar de bereiksinstelling
voor de DISC-modus te gaan. Op het
display verschijnt DISC/NOTCH in de rechter
benedenhoek. Druk op de pijl omhoog om
het discriminatieniveau te verhogen of op
de pijl omlaag om het discriminatieniveau te
verlagen.
ALL METAL
Druk op MODE om de modus ALL METAL te
activeren, die een stilstandmodus is. In deze
modus geeft de detector een monotoon
geluid wanneer metaal wordt gedetecteerd
en de diepte-indicatie geeft de relatieve
Summary of Contents for 002-163
Page 4: ...1 2 3 4...
Page 5: ...5 6 8 7 1 2 3 4 5 2 3 4 5 1...
Page 6: ...9 11 13 10 12 1 4 5 6 3 2...