Nederlands
43
Inbedrijfstelling
Toebehoren aansluiten
Afbeelding H
1. Zuigslang in zuigslangaansluiting op het apparaat
drukken tot deze vastklikt.
a Om deze opnieuw te verwijderen, de vergrende-
ling indrukken en de zuigslang eruit trekken.
2. Afzuigkop met handgreep verbinden.
Afbeelding J
3. Voegensproeier met handgreep verbinden.
Accupack plaatsen
Afbeelding K
1. Accupack van boven in de opname van het ac-
cupack schuiven tot het accupack vastklikt.
Instructie
Gebruik uitsluitend de accupacks Battery Power (+)
18/25 of 18/50.
Apparaat inschakelen
Afbeelding L
1. Toets I indrukken om het apparaat in te schakelen.
Zuig- en blaasfunctie worden ingeschakeld.
Bediening
LET OP
Beschadiging van het apparaat
Werk steeds met een patronenfilter, bij nat- en ook bij
droogzuigen.
Droogzuigen
LET OP
Beschadiging van het patronenfilter
Bij het omschakelen van nat- naar droogzuigen kan een
nat patronenfilter afgedicht en onbruikbaar worden.
Laat het patronenfilter voor het droogzuigen goed dro-
gen of vervang het filter door een droge.
Vervang indien nodig het patronenfilter.
1. Gebruik voor het zuigen van fijnstof de filterzak.
De capaciteit van de filterzak hangt af van het opge-
zogen vuil.
Bij fijnstof, zand e.d. Moet de filterzak vaker worden
vervangen.
Te volle filterzak kunnen barsten; vervang daarom
de filterzak tijdig.
Natzuigen
LET OP
Schade door vocht
Gebruik geen filterzak bij natzuigen.
Instructie
Wanneer het reservoir vol is, sluit een vlotter de zuigop-
ening en het apparaat draait met verhoogd toerental.
Schakel het apparaat meteen uit en leeg het reservoir.
1. Bij het opzuigen van vocht of vloeistoffen het mond-
stuk voor bekleding of voegen op de handgreep ste-
ken, zie hoofdstuk Toebehoren aansluiten.
Blaasfunctie
Reinigen van moeilijk toegankelijke plaatsen of plaat-
sen waar zuigen niet mogelijk is, bijv. bladeren uit kie-
zelsteentjes.
Afbeelding M
1. Zuigslang in blaasaansluiting steken tot de
zuigslang vastklikt.
Werking beëindigen
Afbeelding L
1. Toets 0 indrukken om het apparaat uit te schakelen.
Afbeelding N
2. Vergrendelingstoets accupack naar voren schuiven
en accupack naar boven uit de opname accupack
trekken.
3. Accupack indien nodig laden, zie hoofdstuk Laad-
Reservoir legen
Afbeelding O
1. Apparaat openen, zie hoofdstuk Montage.
2. Reservoir leegmaken.
3. Apparaat sluiten, zie hoofdstuk Montage.
Apparaat opbergen
Afbeelding P
1. Mondstuk voor bekleding en voegen aan het appa-
raat opbergen.
2. Zuigslang om het apparaat wikkelen en met beves-
tigingsbanden voor het opbergen van de zuigslang
bevestigen.
3. Apparaat in droge ruimtes bewaren.
Accupack opbergen
Instructie
Onafhankelijk van het bedrijf gebruikt het LC-display
een beetje batterijcapaciteit, of het accupack in het ap-
paraat zit of niet.
1. Zie hoofdstuk Opslag.
Vervoer
몇
VOORZICHTIG
Niet-naleving van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Neem bij het transport en de opslag het gewicht van het
apparaat in acht.
1. Bij het transport in voertuigen het apparaat conform
de geldende richtlijnen tegen wegglijden en omval-
len beveiligen.
Transport met de hand
1. Apparaat bij de handgreep optillen en dragen.
Transport in voertuigen
1. Apparaat borgen tegen wegglijden en kantelen.
Onderhoud
Apparaat en toebehoren
1. Apparaat en toebehoren uit kunststof met een ge-
wone kunststofreiniger onderhouden.
2. Reservoir en toebehoren indien nodig met water uit-
spoelen en voor hergebruik drogen.
3. Oplaadcontacten regelmatig controleren op vervui-
ling en eventueel reinigen.
Patronenfilter reinigen
Instructie
Aanbeveling: Patronenfilter 1x per jaar vervangen.
1. Apparaat openen, zie hoofdstuk Montage.
Afbeelding Q
2. Patronenfilter demonteren.
Afbeelding R
3. Patronenfilter indien nodig onder stromend water
reinigen, niet schoonwrijven of afborstelen.
Afbeelding S
4. Patronenfilter voor het inbouwen volledig laten dro-
gen.
Afbeelding T
5. Patronenfilter inbouwen.
6. Apparaat sluiten, zie hoofdstuk Montage.