– 3
Voorzichtig
Voor alle handelingen met of aan het appa-
raat moet de stabiliteit gegarandeerd wor-
den om ongevallen of beschadigingen te
vermijden.
–
De stabiliteit van het apparaat is gega-
randeerd wanneer het op een effen on-
dergrond wordt geplaatst.
1 Aansluiting G1
1
/
4
(41,9 mm) drukleiding
2 Houder voor bevestigingskabel
3 Aanzuigrooster
4 Netsnoer met stekker
5 Bevestigingskabel
Afbeelding
Drukleiding met in de handel verkrijgba-
re accessoires G1
1
/
4
(41,9 mm) aanslui-
ten.
Afbeelding
Pomp aan een bevestigingskabel in de
vloeistof laten zakken.
Om verontreiniging in het aanzuigbe-
reik te vermijden, de pomp niet op de
grond plaatsen.
Er moet op gelet worden, dat de pom-
pen in de put zonder belemmering kun-
nen oppompen. Het oppompgebied van
het apparaat mag daarom niet in het
bezinksel van de put liggen. De diepte
voor het indompelen kan op de bijge-
voegde trekkabel of op een ondersteu-
nend afstandselement ingesteld
worden.
Afbeelding
De opvoerhoogte benoemt het hoogte-
verschil tussen de waterspiegel en de
wateruitlaat aan het einde van de slang.
Opdat de pomp zou pompen, moet de
max. opvoerhoogte in acht genomen
worden. Dat moet bij het volledige
pompverloop in acht genomen worden
aangezien bij een dalende waterspiegel
(door het wegpompen) de opvoerhoog-
te stijgt.
Opdat de pomp zelfstandig zou aanzuigen,
moet het vloeistofpeil minimum 10cm be-
dragen.
Netstekker in het stopcontact steken.
Instructie:
Droogloop leidt tot een verhoogde slijtage,
pomp tijdens de werking niet zonder toe-
zicht laten.
Als alternatief kan ofwel een droogloopbe-
veiliging of een elektronische drukschake-
laar met droogloopbeveiliging gebruikt
worden (als accessoire verkrijgbaar).
Stekker uit het stopcontact trekken.
Bij sterk vervuilde vloeistoffen kan de reini-
ging van het aanzuigrooster nodig zijn.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Afbeelding
Opgelet: Voor de aansluiting van de
zuigslang moet de geïntegreerde terug-
slagklep verwijderd worden.
Afbeelding
Schroeven verwijderen en aanzuig-
rooster verwijderen.
Aanzuigrooster met een geschikte bor-
stel reinigen en uitspoelen met water.
Indien de pomp geblokkeerd is door
modder of fijn zand, kan dat vuil verwij-
derd worden door met leidingswater te
spoelen. Sluit daartoe de zuigslang aan
op het leidingwatersysteem en aan de
pompuitgang en spoel de pomp uit.
Voorwaarden voor de stabiliteit
Bediening
Beschrijving apparaat
Voorbereiding
Gebruik
De werkzaamheden beëindigen
Reiniging
35
NL