– 9
Instructie:
De verwarming van de
stoomreiniger schakelt tijdens het ge-
bruik steeds weer in, om voldoende
druk in het waterreservoir te behouden.
Daarbij licht het oranje controlelampje
op - Verwarming.
Water in het reservoir moet nagevuld wor-
den wanneer de hoeveelheid stoom tijdens
het werk vermindert en er aan het einde
geen stoom meer wordt geproduceerd.
Instructie:
De veiligheidssluiting kan niet
geopend worden, zolang nog sprake is van
enige druk in het waterreservoir.
Schakelaar - Uit indrukken om het ap-
paraat uit te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Stoomhendel induwen tot er geen
stoom meer naar buiten komt. Nu
heerst in het waterreservoir geen druk
meer.
Veiligheidssluiting van het apparaat los-
schroeven.
Gevaar
Bij het openen van de veiligheidssluiting
kan nog een resthoeveelheid stoom ontwij-
ken. Open de veiligheidssluiting voorzich-
tig, er bestaat gevaar voor verbranding.
Vul het waterreservoir met maximaal 1
liter schoon leidingwater.
Gevaar
Bij een heet waterreservoir bestaat gevaar
voor verbranding, doordat het water bij het
vullen weer naar buiten kan spuiten! Vul het
reservoir niet met reinigingsmiddel of enig
ander middel!
Veiligheidssluiting opnieuw vast op het
apparaat schroeven.
Netstekker in een stopcontact steken.
Schakelaar - In indrukken om het appa-
raat in te schakelen.
Beide controlelampjes moeten branden.
Na ca. 8 minuten dooft het oranje con-
trolelampje - Verwarming.
De stoomreiniger is klaar voor gebruik.
Schakelaar - Uit indrukken om het ap-
paraat uit te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Afbeeldingen
-
Powersproeier op de puntspuitkop be-
vestigen.
Handsproeier en puntspuitkop telkens
op een verlengkabel steken.
Verlengpijpen in de grote houder voor
accessoires steken.
Ronde borstel in de middenste houder
voor accessoires steken.
Vloerspuitkop in de parkeerhouder hangen.
Stoomslang rond de verlengpijp wikke-
len en stoompistool in de vloerspuitkop
steken.
Voor de behandeling met de stoomreiniger
altijd op een onopvallende plaat uitprobe-
ren of het textiel de behandeling verdraagt:
eerst sterk bevochtigen, dan laten drogen
en vervolgens controleren op kleur- en
vormveranderingen.
Bij het reinigen van keuken- of woonkamer-
meubelen, deuren, parket, gelakte of met
kunststof gecoate oppervlakken kunnen
was, meubelpolitoer, kunststof coatings of
verf oplossen of kunnen vlekken ontstaan.
Daarom die oppervlakken alleen met een
vochtige doek reinigen.
Voorzichtig
Stoom niet richten op verlijmde randen
aangezien het raamwerk zou kunnen los-
komen. Het apparaat niet gebruiken voor
het reinigen van onverzegelde hout- of par-
ketvloeren.
Water bijvullen
Apparaat uitschakelen
Apparaat opslaan
Toepassing van accessoires
Belangrijke aanwijzingen voor
gebruik
Reiniging van textiel
Reiniging van gecoate of gelakte
oppervlakken
41
NL