KaCool W
Montagehandleiding
14
AANWIJZING!
Gevaar bij verkeerd gebruik!
Bij verkeerd gebruik in de onderstaande situaties bestaat het gevaar dat het ap-
paraat slechts beperkt werkt of uitvalt. De luchtstroom moet onbelemmerd kun-
nen circuleren.
Gebruik het apparaat nooit in vochtige ruimtes zoals zwembaden, natte zo-
nes etc.
Gebruik het apparaat nooit in ruimtes waar ontploffingsgevaar kan heer-
sen.
Gebruik het apparaat nooit in agressieve of corrosiebevorderende omstan-
digheden (bv. zeelucht).
Gebruik het apparaat nooit boven elektrische apparaten (bv. schakelkasten,
computers, elektrische apparaten die niet druppelwaterbestendig zijn).
Gebruik het toestel nooit als bouwplaatsverwarming.
2.3
Gevaren door elektrische stroom
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij aanraking van onder spanning staande delen bestaat direct levensgevaar door
elektrocutie. Beschadiging van de isolatie of van afzonderlijke onderdelen kan le-
vensgevaarlijk zijn.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door elek-
tromonteurs worden uitgevoerd.
Bij beschadiging van de isolatie moet de voedingsspanning onmiddellijk
worden uitgeschakeld en moet men dit laten repareren.
Voorkom dat vocht in de buurt van onder spanning staande delen komt. Dit
kan kortsluiting veroorzaken.
Zorg voor de juiste aarding van het apparaat.
2.4
Personeelseisen - kwalificaties
Vakkennis
Voor de montage van dit product is vakkennis van verwarming, koeling, ventilatie, installatie en
elektrotechniek vereist.
De exploitant of installateur is verantwoordelijk voor schade die door een ondeskundige monta-
ge worden veroorzaakt. De installateur van dit apparaat moet op basis van zijn vakopleiding vol-
doende kennis hebben van
veiligheidsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen
landspecifieke richtlijnen en erkende technische regels, bijv. VDE-bepalingen, DIN- en EN-nor-
men.
VDI 6022; voor de naleving van hygiëne-eisen (indien nodig) is een opleiding van het onder-
houdspersoneel volgens categorie B (soms categorie C) noodzakelijk.
2.5
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen dienen om personen tijdens het werk tegen gevaren voor de
veiligheid en gezondheid te beschermen. In principe gelden de op de gebruiksplaats toepasselij-
ke voorschriften ter voorkoming van ongevallen.
3
Transport, opslag en verpakking
3.1
Algemene transportinstructies
Bij ontvangst moet het geleverde product onmiddellijk op volledigheid en transportschade wor-
den gecontroleerd.
Ga bij aan de buitenkant herkenbare transportschade als volgt te werk:
Accepteer het geleverde product niet of alleen onder voorbehoud.
Noteer de schade op de transportdocumenten of het afleveringsbewijs van het transportbe-
drijf.
Dien een klacht in bij de expediteur.
AANWIJZING!
Garantieclaims kunnen alleen binnen de toepasselijke termijnen worden inge-
diend. (Nadere informatie is te vinden in de
website van Kampmann)
AANWIJZING!
Voor het transport van het apparaat zijn 2 personen nodig. Draag tijdens het
transport persoonlijke beschermende kleding. Draag het apparaat alleen aan bei-
de zijden en til het niet aan de kabels/ventielen op.
AANWIJZING!
Materiële schade door ondeskundig transport!
Bij ondeskundig transport kunnen transportdelen eraf vallen of omvallen. Daar-
door kan aanzienlijke materiële schade ontstaan.
Bij het lossen van de transportdelen, bij levering en bij bedrijfsintern trans-
port moet men voorzichtig te werk gaan en op de symbolen en instructies
op de verpakking letten.
Gebruik alleen de daarvoor bestemde aanslagpunten.
Verwijder verpakkingen pas kort vóór de montage.
4
Montage en aansluiting
4.1
Voorwaarden voor de opstelplaats:
Monteer het apparaat alleen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het draagvermogen van de wand moet voldoende zijn om het gewicht van het apparaat te
ondersteunen (Technische gegevens ).
De veilige ophanging resp. de veilige stand van het apparaat is gegarandeerd.
De luchtstroom moet onbelemmerd kunnen circuleren.
Bouwzijdig moeten voldoende grote aansluitingen voor de watertoe- en -afvoer aanwezig
zijn.
Bouwzijdig is een stroomvoorziening aanwezig.
Indien nodig, is een bouwzijdige condensaataansluiting met voldoende afschot aanwezig.
4.2
Minimumafstanden
Bij het ophangen van het apparaat moeten de minimumafstanden worden aangehouden.
200
200
1
5
0
0
2
0
0
Minimumafstanden (afmetingen in mm)
4.3
Montage
Voor de montage zijn 2 personen nodig.
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door scherpe behuizingsplaten!
De platen aan de binnenkant van de behuizing hebben gedeeltelijk scherpe ran-
den.
Draag veiligheidshandschoenen.
AANWIJZING!
Horizontale montage van apparaten!
Let er bij de montage van de apparaten op dat het apparaat precies horizontaal
staat om een goede werking te garanderen.
AANWIJZING!
Tocht vermijden!
Houd bij de montage/ophanging van het apparaat rekening met eventueel aan-
wezige personen. Stel geen personen bloot aan een directe luchtstroom. Positio-
neer het apparaat dienovereenkomstig en pas evt. de luchtuitstroomopening aan.
AANWIJZING!
Monteer aansluitingen spanningsvrij!
Aansluitingen moeten spanningsvrij worden gemonteerd!
Beveilig de aansluitmoer met geschikt gereedschap tegen afschuiven en
verdraaien.