22
NE
VERSCHILLENDE AFDRUKFUNCTIES (vervolg)
1
DRUK OP MENU
2
DRUK OP DE CURSOR TOETSEN
OM “MULTI” TE SELECTEREN EN DRUK
DAN OP OK
3
DRUK OP DE CURSORTOETSEN
OM HET AANTAL AFBEELDINGEN TE
KIEZEN BIJ “MULTI” EN DRUK DAN
OP OK
4
DRUK OP DE CURSORTOETSEN
OM
“SAME IMAGES” TE KIEZEN BIJ “CON-
TENT” EN DRUK VERVOLGENS OP OK
•Als de
IrDA (INFRARED)
of de
PC MODE
ingangsfunctie
geselecteerd is, hoeft u de stappen
5
en
6
niet uit te
voeren. Raadpleeg bladzijde 18 of 36 als u het af te
drukken beeld naar de printer wilt sturen.
MEERVOUDIG AFDRUKKEN (DEZELFDE AFBEELDING)
U kunt dezelfde afbeelding 2, 4 of 16 keer op een
vel laten afdrukken.
Voorbereiding
●
Zie bladzijde 10.
●
Druk op INPUT SELECT en selecteer de juiste
ingangsfunctie, afhankelijk van de verbinding met het
bronapparaat (
Z
bladzijde 16).
5
BEGIN DE WEERGAVE OP HET
BRONAPPARAAT
6
1
DRUK OP MEMORY WANNEER HET
GEWENSTE BEELD VERSCHIJNT
•Druk nog een keer op MEMORY als het beeld
onrustig is.
2
DRUK OP OK
•Het verwerkte beeld wordt opgeslagen in het
geheugen van de printer.
7
DRUK OP PRINT OM HET AFDRUKKEN
TE LATEN BEGINNEN
MENU 1
1/2
NUMBER
OF PRINTS
: 1
ON SCREEN
:
.
ON OFF
PRINT TYPE
:
.
STANDARD
:
MULTI
:
CALENDAR
:
LAYOUT
TO MENU 2 [ ]
ITEM [ / ]
SELECT [ / ]
OK [OK]
QUIT [MENU]
MULTI IMAGES MENU
MULTI
: 16
CONTENT
: SAME IMAGES
ITEM [ / ]
SELECT [ / ]
OK [OK]
QUIT [MENU]
●
Om een bepaalde instelling te annuleren kunt u de printer uit en weer aan zetten. Alle
opgeslagen beelden worden dan echter wel gewist.