60
Inbouw
Zie meegeleverde montage-aanwijzing.
Kontroleer na het inbouwen van het toestel, vooral na overzetten
van het deurscharnier, of de deurafdichting rondom goed
afdicht. Een ondichte deurafdichting kan tot versterkte rijpvor-
ming en daardoor tot hoger energieverbruik leiden (zie ook hoof-
dstuk „Wat de doen als ...“).
Electrische aansluiting
Voor de electrische aansluiting is een volgens de voorschriften
geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist. De electrische
zekering dient minsten 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer
toegankelijk is, dient een maatregel in de electrische installatie
er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden
afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekscha-
kelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van mini-
maal 3 mm).
0
Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje
van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort
overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats
waar het apparaat komt te staan.
Bijv.:
AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typebordje bevindt zich links aan de binnenkant van het
apparaat.
De netaansluiting mag alleen door gekwalificeerd personeel ver-
wisseld worden. Wendt U in geval van reparaties tot onze klan-
tendienst.