Jun-Air 2xOF1202-150B, Operating Manual

Page: 27 / 60

7
Operation
Laat de compressor tot kamertemperatuur acclimatiseren
voordat u de compressor inschakelt als de compressor in
een extreem koude omgeving opgeslagen is geweest.
Sluit uw apparatuur aan op de compressor en draai het
filterreduceerventiel open op de tank.
Schakel de compressor in met de drukschakelaar.
De compressor zal automatisch afslaan wanneer de af
fabriek ingestelde afschakeldruk is bereikt in de tank.
De compressor start niet op als er reeds een hogere
tankdruk heerst dan de inschakeldruk.
De inschakel- en afschakel-druk zijn in de fabriek afgesteld,
normaliter is het niet noodzakelijk om deze te wijzigingen.
Mocht u andere schakeldrukken wenselijk vinden volg dan
de betreffende instructies strikt op die verderop in deze
handleiding staan.
Alle wisselspannings (AC) motorcompressoren zijn
ontworpen voor 100% inschakelduur maar 50%
inschakelduur wordt aanbevolen in verband met een
langere levensduur.
Verwijder geen afschermkappen van de motorcompressor
zolang deze is ingeschakeld aangezien dit elektrisch
schokken of ander lichamelijk letsel kan veroorzaken.
Smeer een olievrije motor nooit (met olie of wat dan ook)
aangezien dit belangrijke onderdelen zal schaden.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Maintenance
Het is van belang de inspecties en het onderhoud zoals
hieronder beschreven met regelmaat worden uitgevoerd.
Preventief onderhoud
Aktiviteit
Wekelijks Maandelijks
Eens per
jaar of
iedere
000 uur
a
Condensaat aftappen
•
b
Controleer het
filterreduceerventiel
•
c
Controleer op
lekkages
•
d
Reinig de unit
•
e
Controleer het
overdrukventiel
•
f
Controleer het
inlaatfilter
•
g
Controleer de
terugslagklep
•
a) Condensaat aftappen
Tap het condensaat af door de aftapkraan op de tank open te
draaien.
Als op de unit een automatische condensaftap is gemonteerd
gebeurd dit door de unit. Indien een opvangfles is gemonteerd
leeg deze dan wanneer nodig.
b) Controleer het filterreduceerventiel
Controleer, indien er een filterreduceerventiel is gemonteerd,
wekelijks op condensaat en tap het af door op het stiftje aan de
onderzijde te drukken.
Als het filterreduceerventiel is voorzien van een automatische
condensaftap wordt het filter automatisch afgetapt.
Controleer het filter en vervang het filterelement conform de
instrukties in: "Installatie- en onderhouds- instrukties".
c) Controleren op lekkages
Controleer de compressor, slangen en apparatuur op lekkage.
Controleer de pomptijd.
d) Reinig de unit
Reinig de unit wanneer nodig met een zachte, vochtige doek.
Gebruik, wanneer nodig, parafine om aangekoekte materialen
te verwijderen. Stof en vuil zijn slecht voor de koeling.
e) Controleer het overdrukventiel
1
NL
Gebruiksaanwijzing