· 33 ·
REF. 60039
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BIJ WERKEN MET DE
BATTERIJ EN DE OPLADER
• Probeer in geen geval de batterij en het apparaat te
openen of demonteren.
• Vermijd dat de batterij en / of oplader onder water
of regen komt.
• Houd de batterij die momenteel niet wordt gebruikt
uit de buurt van metalen voorwerpen.
•
batterij; Ventileer het werkgebied in geval van dam-
pende batterij.
• Gebruik het snoer niet om de oplader te dragen en
trek er niet aan om de stekker uit het stopcontact
te halen.
• Gebruik de oplader niet met een beschadigd snoer.
Opladen
• Laad het apparaat op bij temperaturen tussen 10 °
C en 40 ° C.
• Laad het apparaat niet op in de doos of container.
Tijdens het opladen moet de batterij zich in een
goed geventileerde ruimte bevinden.
• Herlaad de batterij niet op. Nadat de batterij volledig
is opgeladen, koppelt u de oplader los.
Opslagruimte
• Als het apparaat gedurende lange tijd in ongebrui-
kte staat wordt bewaard, moeten de batterijen wor-
den verwijderd.
• Bewaar het apparaat niet op plaatsen waar de luch-
ttemperatuur 40 ° C kan overschrijden.
Transport en afvalverwerking
• De verpakking van de batterij moet ervoor zorgen
dat deze op zijn plaats wordt vergrendeld.
• Gooi elektrisch gereedschap en batterijen niet bij
het huishoudelijk afval!
• Neem contact op met uw lokale autoriteit voor infor-
matie over transpoort en afvalverwerking.
BATTERIJ INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat het elektrisch
gereedschap is uitgeschakeld voordat u de batterij pla-
atst of verwijdert.
Batterij opladen
OPMERKING: Voor het eerste gebruik zijn de nieuwe
batterijpakketten niet volledig opgeladen en moeten ze
worden opgeladen voordat ze in het snoerloze instru-
ment worden geïnstalleerd.
1. Als de lithium-ionbatterij volledig leeg is, wordt het
elektrisch gereedschap automatisch uitgeschakeld
door middel van een beschermingscircuit.
2. Druk niet op de aan / uitknop nadat het elektrisch
gereedschap automatisch is uitgeschakeld.
Batterij installatie
1. Lijn de ribben op het batterijpakket uit met de groe-
ven aan de onderkant van het elektrische gereeds-
chap.
2. Plaats de batterij in
het gereedschap.
3. Zorg ervoor dat de vergrendelingen aan elke kant
van de batterij vastzitten en stevig aan het gereeds-
chap zijn bevestigd.
Batterij verwijderen
1. Druk op de batterij-uitwerpknop.
2. Verwijder de batterij door deze
naar de achterkant van het
elektrisch gereedschap te trekken
en zonder kracht uit te oefenen.
OPLADEN MET DE DIAGNOSTISCHE OPLADER
1. Sluit de oplader aan op een wisselstroombron.
2. Lijn de ribben op het batterij uit met de sleuven op
de oplader totdat de vergrendelingen aan beide zij-
den van het batterij klikken.
3. Nadat de batterij op de oplader is geplaatst, lichten
de LED’s op om de laadstatus aan te geven.
Er zijn 5 verschillende mogelijke displaycombinaties:
LET OP! Wanneer de storingsstatus van de batterij
wordt weergegeven, probeert u de batterij uit de oplader
te verwijderen en vervolgens een nieuwe batterij in het
apparaat te plaatsen. Het handhaven van een foutsta-
batterij.
4. Druk op de vergrendelingen aan beide zijden van
de batterij en trek deze uit de oplader.
5. Koppel de oplader los van de stopcontact.
ACCU (BATTERIJ) OPLADEN INDICATOR
LET OP! U kunt de aan / uit-knop gebruiken om de status
van de batterij te controleren. Als alle diodes oplichten
wanneer erop wordt gedrukt, betekent dit dat de batterij
volledig is opgeladen.
Rode kleur, voort-
durend
Oplader is
aangesloten
Rode kleur, voort-
groene
kleur, knipperend
De batterij wordt
opgeladen
Rode kleur, voort-
groene
kleur, voortdurend
De batterij is volledig
opgeladen
Rode kleur,
knipperend
Overmatige
batterijtemperatuur
Rode en groene
kleuren, afwisse-
lend knipperend
Batterij defect