NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
JB SYSTEMS
®
28/59
DYNASPOT
Sh 1:
(Show 1) Het armatuur staat
op de vloer
. Tilt-bewegingshoek 210°.
Sh 2:
(Show 2) Het armatuur is
onder het plafond
bevestigd. Tilt-bewegingshoek 90°.
Sh 3:
(Show 3) Het armatuur staat
op een podium, voor het publiek.
De spot projecteert altijd in de
richting van het publiek; d.w.z. voor het podium. Pan-bewegingshoek (van links naar rechts naar
links): 160°. Tilt-bewegingshoek: 90° (60° boven de horizon; 30° onder de horizon.)
Sh 4:
(Show 4) Het armatuur is
onder het plafond op het podium
bevestigd. De spot projecteert
voornamelijk voor het podium. Pan-bewegingshoek (van links naar rechts naar links): 160°. Tilt-
bewegingshoek: 90° (verticaal, voor 75°; achter 15°)
Druk zodra de juiste modus op het scherm wordt weergegeven op de [ENTER]-toets om hem te
selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de instellingen op te slaan en terug
te keren naar de bedrijfsmodus.
Slave-modus [SLMd]
Wordt gebruikt om het slave-apparaat tegenovergesteld aan of volledig synchroon met de master te
laten werken.
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
SLMd
” op het scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om “Slave1” (normaal) of “Slave2” (2 lichtshow) te selecteren.
Druk zodra de juiste modus op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets om hem te selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de instellingen op te slaan en terug
te keren naar de bedrijfsmodus.
Black-outmodus [BLMd]
Bepaalt hoe de projector moet reageren als er geen DMX-signaal wordt waargenomen.
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
BLMd
” op het scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om één van de beschikbare black-outmodi te selecteren:
[YES]:
Het apparaat gaan in de black-outmodus als er geen DMX-signaal wordt waargenomen.
[HOLd]:
Het apparaat stopt met bewegen en toont de uitvoer die overeenkomt met de laatste geldige
DMX-waardes.
[SOUn]:
Het apparaat begint te werken in de GELUIDS-modus, op basis van de in het
instellingenmenu gemaakte instellingen.
Druk zodra de juiste modus op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets om hem te selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de instellingen op te slaan en terug
te keren naar de bedrijfsmodus.
Geluidgevoeligheid [SOSE]
Wordt gebruikt om de gevoeligheid van de interne microfoon in te stellen
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
SOSE
” op het scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om een waarde tussen “00” (zeer lage gevoeligheid) en “70” (hoge
gevoeligheid) te selecteren.
Druk zodra de juiste waarde op het scherm wordt weergegeven de [ENTER]-toets om hem te selecteren.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de instellingen op te slaan en terug
te keren naar de bedrijfsmodus.
Omkeren pan [IPAn]
Normaal: Pan-beweging wordt niet omgekeerd.
Pan omkeren: Pan-beweging wordt omgekeerd
Druk op de toetsen [MODE] en
/
totdat er “
IPAn
” op het scherm wordt weergegeven.
Druk de [ENTER]-toets.
Gebruik de toetsen
en
om de modus “Off” (normaal) of “On” ( omkeren pan) te selecteren.
Druk wanneer de modus is geselecteerd de [ENTER]-toets om de keuze te bevestigen.
Houd de [MODE]-toets gedurende ongeveer 2 seconden ingedrukt om de instellingen op te slaan en terug
te keren naar de bedrijfsmodus.