Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
55
NL
• Geen brandgevaarlijke, licht ontvlambare
of vervormbare voorwerpen direct onder de
kookplaat leggen.
• Metalen voorwerpen die op het lichaam
worden gedragen, kunnen in de onmiddelli-
jke nabijheid van de inductiekookplaat heet
worden. Opgelet, gevaar van verbranding.
Voor niet-magnetiseerbare voorwerpen (bijv.
gouden of zilveren ringen) geldt dit niet.
• Nooit gesloten conservenblikken en compo-
undverpakkingen op kookzones verwarmen.
Door de energietoevoer kunnen deze ui-
teenspatten!
• De sensoren schoonhouden omdat verontrei-
nigingen door het apparaat als vingercontact
kunnen worden herkend. Nooit voorwerpen
(pannen, vaatdoeken, enz.) op de sensoren
plaatsen!
• Als pannen tot over de sensoren overkoken,
is het aanbevolen op de UIT-toets te drukken.
• Hete pannen niet in de buurt van de sensor-
toetsen schuiven en deze niet afdekken. In
dat geval wordt het toestel automatisch uitge-
schakeld.
• Plaats de pan zoveel mogelijk in het midden
van de kookzone!
• Grote pannen zoveel mogelijk op de achterste
kookzones gebruiken, om te vermijden dat de
sensortoetsen te warm worden (oververhitting
van de touch-control; foutmelding Fc, Ft of ,
uitschakelen van de touch-control).
• Als er zich in de woning huisdieren bevinden
die aan de kookplaat kunnen, moet de kinder-
beveiliging worden geactiveerd.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie
wordt gebruikt, mag de inductiekookplaat niet
worden gebruikt.
• De keramische kookplaat mag in geen geval
met een stoomreinigingsapparaat of dergelijke
worden schoongemaakt!
2.3 Voor personen
• Deze toestellen kunnen door kinderen vanaf
8 jaar alsook door personen met verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of geestelijk vermogen
of met gebrek aan ervaring en/of kennis wor-
den gebruikt als erop toezicht wordt gehouden
of als ze over het veilige gebruik van het toe-
stel zijn geïnstrueerd en ze de bijbehorende
gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen
niet met het toestel spelen. De reiniging en
het onderhoud door de gebruiker mogen niet
door kinderen worden uitgevoerd, tenzij het
onder toezicht gebeurt.
• De oppervlakken van verwarmings- en kook-
zones worden heet tijdens de werking. Daa-
rom moeten kleine kinderen principieel uit de
buurt worden gehouden.
• Er mogen alleen fornuisrekken of kookplaataf-
dekkingen van de kookplaatfabrikant of door
de fabrikant in de gebruiksaanwijzing van het
toestel vrijgegeven fornuisrekken of kookplaa-
tafdekkingen worden gebruikt. Het gebruik
van niet geschikte fornuisrekken of kookplaa-
tafdekkingen kan tot ongevallen leiden.
• Personen met pacemakers of geïmplanteerde
insulinepompen moeten zich ervan verzeke-
ren dat hun implantaten niet door de induc-
tiekookplaat worden beïnvloed (het frequen-
tiebereik van de inductiekookplaat bedraagt
20-50 kHz).
Summary of Contents for 6036
Page 70: ...Buitenbedrijfstelling afvoer 70 NL ...
Page 71: ...Buitenbedrijfstelling afvoer 71 NL ...
Page 72: ......