NL-14
JACOBSEN 405 serie: CH
ONDERHOUDS- EN ONDERDELENHANDLEIDING
5
SMEERING EN ONDERHOUD
ONDERHOUD
Afb. 12
Afb. 10
Afb. 11
5.5
MOTORONDERHOUD: na iedere 100
bedrijfsuren
Brandstofsysteem:
Gebruik diesel nr. 2-D (ASTM D975)
Zie de handleiding van motorfabrikant voor aanvullende
informatie.
Waterafscheider -
Als de brandstof niet van water
wordt ontdaan, kan het brandstofinspuitsysteem ernstig
worden beschadigd.
1.
Met de motor uitgeschakeld dient het luchtgat (A)
bovenaan de waterafscheider te worden geopend.
2.
Open de aftapklep (B) onderaan de
waterafscheider om al het eventueel aanwezige
water af te tappen.
3.
Als er water aanwezig is, loopt dit het eerste
weg. Zodra er brandstof uit de klep (B) komt,
moet deze worden gesloten. Sluit ook het
luchtgat (A).
N.B.
Verzuim om water af te tappen vermindert de
efficiëntie van het brandstoffilter.
Ontluchting van het brandstofsysteem (Afb. 11)
1.
Draai de contactschakelaar naar de ON (aan)
stand (maar start de motor niet).
2.
Open het luchtgat (C) aan de zijkant van de
inspuitpomp om lucht te laten ontsnappen.
3.
Sluit het luchtgat.
4.
Draai de contactschakelaar naar OFF (uit).
5.6
MOTORONDERHOUD: na iedere 400
bedrijfsuren
Vervang in-lijn brandstoffilter (A) (Afb.12)
Reiniging van het luchtfilter
Verwijder los vuil van het element met behulp van
perslucht (maximaal 6 bar) waarbij van de schone naar
de vuile kant moet worden gewerkt en het mondstuk op
5 cm afstand van het element dient te worden
gehouden.
Luchtfilter vervangen (in ieder geval na zes
reinigingsbeurten) (Afb.13)
1.
Zet de motorkap overeind.
2.
Haal de eindafsluiting van de luchtfilterpatroon.
3.
Verwijder geaccumuleerd vuil en stof.
4.
Verwijder het filterelement (A) (stevig en recht
uittrekken)
5.
Installeer nieuw filterelement (stevig vastdrukken
tegen achterkraag)
6.
Eindafsluiting terugplaatsen en met klemmen
vastzetten.
N.B.
De motor kan ernstige beschadiging oplopen als
gevolg van onvoldoende luchttoevoer.