
9
P4 Temperaturen
Volgnr.
Omschrijving
Min. Max. Default Eenheid
41
Comfort temperatuur
15
28
18
°C
42
N.V.T.
43
N.V.T.
44
N.V.T.
45
Actuele waarde van T1
(temperatuur van de buitenlucht ) Actuele waarde
°C
46
Actuele waarde van T3
(temperatuur van de retourlucht)
Actuele waarde
°C
47
Actuele waarde van T4
(temperatuur van de afvoerlucht)
Actuele waarde
°C
48
Wordt niet gebruikt
49
Wordt niet gebruikt
P5 Statussen
Volgnr.
Omschrijving
0
1
Default
51
Wordt standaard ingesteld op
“0“
52
Wordt standaard ingesteld op
“0“
53
Wordt standaard ingesteld op
“0“
54
Bypass aanwezig
Nee
Ja
Type afhankelijk
55
Wordt standaard ingesteld op
“0“
☞
P51, P52, P53 en P55 altijd op “0“ laten staan. Bij instellen op “1“
verschijnen er storingen op het display.
P6 Storings historie
Volgnr.
Omschrijving
Display tekst
61
Laatste storing
Code conform alarm en storingsindicatie
62
Eén na laatste storing
Code conform alarm en storingsindicatie
63
Twee na laatste storing Code conform alarm en storingsindicatie
P7 Storingen
Volgnr.
Omschrijving
0
1
Default
71
Reset van alarm/storings toestand
Geen reset Reset
0
72
Algehele reset: Alle default waarden
worden weer ingesteld
Geen reset Reset
0
☞
Bij algehele reset “P72” wordt de “Bypass aanwezig” “P54” op “0”
gezet. Daarom moet bij apparaten met Bypass “P54” na een alge-
hele reset weer op “1” gezet worden.
☞
Als “P54” op “1” gezet is , via [OK]-[MENU]-[MENU] teruggaan naar
het hoofdmenu.
Daarna is de reset voltooid. Voor weergave storingen, zie §12.
10. Inregelen
10a.
WHR 950
Default instellingen: stand hoog
90%
stand midden
50%
stand laag
30%
• Sluit de ramen en de buitendeuren.
• Sluit de binnendeuren en controleer de aanwezigheid van bouwkundige
overstroomvoorzieningen (min. 12cm
2
per l/s).
• Zorg er voor dat de bypass gesloten is.
• Controleer of beide ventilatoren in de drie toerentallen functioneren.
• Schakel de WHR in het hoge toerental.
•
A
Plaats alle ventielen en stel de ventielen in volgens de opgegeven
instelgegevens of zoals in de referentiewoning. Of
B
Indien geen gege-
vens bekend zijn plaats de ventielen en zet de ventielen zover mogelijk
open. Meet de luchthoeveelheden, eerst toevoerlucht, daarna afvoer-
lucht. Wijken de gemeten luchthoeveelheden meer dan plus of min
10% af van de nominale luchthoeveelheden en is het merendeel van
de afwijkingen plus zorg er dan voor dat alle afwijkingen plus zijn. Is
het merendeel van de afwijkingen min zorg er dan voor dat alle afwij-
kingen min zijn. Zorg er ook voor dat een toevoerventiel en een afvoer-
ventiel geheel open blijft.
• Hierna kan de ventilatorinstelling op de display worden gewijzigd. In
verband met het energieverbruik dient een zo laag mogelijke instelling
gekozen te worden. Zorg ervoor dat de verhouding tussen hoog, mid-
den en laag gelijk blijven. Maak hiervoor gebruik van bovenstaande
grafiek. Om de ventilatorinstelling te kunnen wijzigen gebruik menu P3,
zie §9.3 menustructuur.
• Indien de nu ingestelde luchthoeveelheden nog teveel afwijken kan
er op de ventielen nageregeld worden.
• Controleer, nadat alle ventielstanden zijn vastgesteld nogmaals de
gehele installatie.
• Noteer de gemeten waarden op de bijgevoegde instelstaat.
• Schakel de WHR in het midden toerental.
700
600
500
400
300
200
100
0
0
20
40
60
0
100
200
300
400
500
100
80
120
140
l/s
m
3
/h
qv
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
15%
∆
Pst - Pa(N/m
2
)
Nederlands