Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
een overzicht hebt van de bedieningselementen
en de aansluitingen.
1
Overzicht van de bedieningselementen
en aansluitingen
1.1 Frontpaneel
1 Volumeregelaar voor het uitgangsniveau aan de
uitgangen AF OUT. (8) en (9)
2 Multifunctioneel LCD-display (fig. 2)
a Melding SCAN: knippert in de instelmodus
“SCAN” (automatische frequentiezoekfunctie)
b Weergave AF (“audio frequency”) voor het ge-
luidsvolume van het door de zender ontvangen
geluidssignaal [onafhankelijk van de volumere-
gelaar (1)]: hoe langer de balk, hoe hoger het
volumeniveau
c Weergave RF (“radio frequency”) voor de ont-
vangststerkte van het radiosignaal: hoe langer
de balk, hoe beter de ontvangst
d Weergave FREQ.: knippert in de instelmodus
“FREQ.” (manuele instelling van de frequentie)
e Weergave batterijstatus: geeft de laadtoestand
aan van de batterijen in de zender
f
Ontvangstweergave
resp. : geeft aan welk
van beide ontvangstmodules van het toestel het
telkens sterkste radiosignaal ontvangt.
g Weergave MUTE: geeft aan dat de ontvanger
werd gedempt, omdat hij geen resp. een te
zwak radiosignaal ontvangt
h Weergave van de ingestelde frequentie
3 Toets SET om de instelmodi “FREQ.” (manuele in-
stelling van de frequentie) en “SCAN” (automati-
sche frequentiezoekfunctie) op te roepen en te ver-
laten:
De modus “FREQ.” oproepen:
Houd de toets SET 3 sec ingedrukt. Stel met de
pijltoetsen (4) de frequentie in en sla deze op
door op de toets SET te drukken.
De modus “SCAN” oproepen:
Roep eerst de modus “FREQ.” op: Houd de
toets SET 3 sec ingedrukt. In de modus “FREQ.”
drukt u nogmaals op de toets SET [Opgelet:
voordat u op de toets SET drukt, mag u niet op
de pijltoetsen (4) drukken]. Start de zoekfunctie
met een van de pijltoetsen. Als u de zenderfre-
quentie hebt gevonden, slaat u de instelling op
met de toets SET.
4 Pijltoetsen om de frequentie in te stellen
In de modus “FREQ.”:
Bij elke druk op de toets
neemt de frequentie
toe met 125 kHz, bij elke druk op de toets
neemt de frequentie af met 125 kHz.
In de modus “SCAN”:
Door op de betreffende toets te drukken, wor-
den de frequenties ofwel in stijgende (toets )
of dalende volgorde (toets ) overlopen tot de
op de zender ingestelde frequentie is bereikt.
5 POWER-schakelaar
1.2 Achterzijde van het toestel
6 Ontvangstantennes
7 Voedingsspanningsjack voor aansluiting van de
meegeleverde netadapter
8 ongebalanceerde uitgangsjack AF OUT. UNBAL.
(6,3 mm-jack) voor aansluiting op een lijningang
van een mengpaneel of versterker
9 gebalanceerde uitgangsjack AF OUT. BAL. (XLR)
voor aansluiting op een gebalanceerde microfoon-
ingang van een mengpaneel of versterker
10 BNC-antennejacks ANT. 1 en ANT. 2 voor de twee
meegeleverde antennes (6)
2
Belangrijke gebruiksvoorschriften
De ontvanger en de meegeleverde netadapter zijn in
overeenstemming met de richtlijn 89/336/EEG voor
elektromagnetische compatibiliteit. De netadapter is
bovendien in overeenstemming met EU-Richtlijn
73/23/EEG voor toestellen op laagspanning.
Let eveneens op het volgende:
●
De ontvanger en de netadapter zijn enkel geschikt
voor gebruik binnenshuis. Vermijd druip- en spatwa-
ter, uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen met
een hoge vochtigheid (toegestaan omgevingstem-
peratuurbereik: 0 – 40 °C).
●
Schakel de ontvanger niet in en trek onmiddellijk de
stekker van de netadapter uit het stopcontact,
wanneer:
1. de ontvanger, de netadapter of het netsnoer van
de netadapter zichtbaar zijn beschadigd,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het toe-
stel bijvoorbeeld is gevallen,
3. het toestel slecht functioneert.
De toestellen moeten in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
●
Een beschadigd netsnoer van de netadapter mag
enkel door de fabrikant of door een gekwalificeerd
persoon hersteld worden.
●
Trek de stekker van de netadapter nooit met het
snoer uit het stopcontact, maar met de stekker zelf!
●
Verwijder het stof met een droge, zachte doek. Ge-
bruik zeker geen chemicaliën of water.
●
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, ver-
keerde aansluiting, foutieve bediening of van her-
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt
de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke schade.
WAARSCHUWING De netspanning (230 V~) van de
netadapter is levensgevaarlijk.
Open het toestel niet, want door
onzorgvuldige ingrepen loopt u
het risico van elektrische schok-
ken.
B
A
NL
B
16