Probleem
Oorzaak
Actie
De koplamp werkt niet.
De koplampschakelaar staat in de
stand Off.
Zet de koplampschakelaar in de
stand On.
De lamp is defect.
Vervang de lamp.
De aan/uit-schakelaar voor de kop-
lamp is defect.
Vervang de aan-/uitschakelaar voor
de koplamp.
De kabel naar de koplamp is niet
aangesloten.
Controleer de draden en aansluitin-
gen.
Er is kortsluiting in de koplampkabel. Neem contact op met een erkende
servicewerkplaats.
Het product beweegt langzaam, on-
regelmatig of helemaal niet.
Het product staat in de vrijloopmo-
dus.
Trek de vrijloophendel naar buiten.
Het product in de vrijloopmodus
.
De parkeerrem is ingeschakeld.
Schakel de parkeerrem uit.
De aandrijfriem zit los of is bescha-
digd.
Vervang de aandrijfriem.
Er zit lucht in de transmissie.
Verwijder de lucht uit de transmissie.
Lucht uit de transmissie verwijde-
ren op pagina 127
.
Er zit ongewenst materiaal op de
stuurplaat (indien de stuurplaat is
aangebracht).
Reinig het product.
De rechthoekige spie op de as ont-
breekt.
Breng de rechthoekige spie aan. Zie
De banden repareren op pagina 118
.
Het maairesultaat is onvoldoende.
De messen zijn bot of beschadigd.
Slijp of vervang de bladen.
Het maaidek is niet parallel.
Stel de parallelliteit van het maaidek
af. Zie
.
Het gras is nat.
Zorg ervoor dat het gras droog is
voordat u gaat maaien.
Het gras is lang.
Begin met een hoge maaihoogte en
verlaag die geleidelijk.
De bandenspanning is onjuist.
Controleer de bandenspanning. Pas
de bandenspanning indien nodig
aan.
Het product wordt bediend met een
te hoog toerental voor voor- of ach-
teruit.
Gebruik een lager toerental.
De aandrijfriem van het maaidek is
versleten of beschadigd.
Vervang de aandrijfriem voor het
maaidek.
De motor knalt wanneer de motor
stopt.
De gashendel staat niet in de langza-
me stand.
.
De motor stopt wanneer u probeert
achteruit te rijden.
Het achteruitrijsysteem (ROS) is niet
ingeschakeld.
Schakel het achteruitrijsysteem
(ROS) in. Zie
.
132
1923 - 005 - 13.10.2022