Probleem
Oorzaak
Actie
De motor werkt wanneer de gebrui-
ker opstaat van de stoel en het maai-
dek is ingeschakeld.
De dodemansregeling (OPC) is de-
fect.
Controleer alle draden, schakelaars
en aansluitingen. Indien dit niet cor-
rect is, neemt u contact op met een
erkende servicewerkplaats. Gebruik
het product niet als de dodemansre-
geling defect is.
De bladen kunnen niet ronddraaien.
Het koppelingsmechanisme is ge-
blokkeerd.
Verwijder de blokkade.
De aandrijfriem van het maaidek is
versleten of beschadigd.
Vervang de aandrijfriem voor het
maaidek.
Een geleidepoelie zit vast.
Vervang de geleidepoelie.
Een draaispil zit vast.
Vervang de draaispil.
Defecte grasuitworp.
Het motortoerental is te laag.
Zet de gashendel in de snelle stand.
Het product wordt bediend met een
te hoog toerental voor voor- of ach-
teruit.
Gebruik een lager toerental.
Het gras is nat.
Zorg ervoor dat het gras droog is
voordat u gaat maaien.
Het maaidek is niet parallel.
Stel de parallelliteit van het maaidek
.
De bandenspanning is onjuist.
Controleer de bandenspanning. Pas
de bandenspanning indien nodig
aan.
De bladen zijn versleten, beschadigd
of zitten los.
Vervang de bladen of draai de bou-
ten op de bladen vast.
Ophoping van gras of vuil onder het
maaidek.
Reinig het maaidek.
De aandrijfriem van het maaidek is
versleten of beschadigd.
Vervang de aandrijfriem voor het
maaidek.
De bladen zijn onjuist gemonteerd.
Monteer de bladen met de scherpe
rand naar beneden.
Verkeerde bladen gebruikt.
Vervang de bladen door de juiste bla-
den volgens de onderdelenlijst.
Verstopte luchtgaten in het maaidek
door ophoping van gras of vuil rond
de assen.
Reinig rondom de assen om de lucht-
openingen vrij te maken.
1923 - 005 - 13.10.2022
131