16. Stop de watertoevoer.
17. Trek de vergrendelingskraag van de sproeieradapter
terug en koppel de sproeieradapter los van de
reinigingspoort van het dek.
18. Zet de machine op een droog gedeelte.
19. Schakel het maaidek in en laat het werken totdat het
maaidek droog is.
De kabel van de gashendel afstellen
De gashendel wordt in de fabriek ingesteld en hoeft
niet te worden afgesteld. Als afstelling noodzakelijk is,
raadpleegt u de handleiding van de motor.
De vergrendelingen en relais inspecteren
Let op:
Losse of beschadigde bedrading kan ertoe
leiden dat uw machine niet naar behoren werkt, stopt
met werken of niet meer wil starten.
• Inspecteer de bedrading.
Het lampje van de koplamp vervangen
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamphouder iets naar links en trek hem uit
de houder achter het rooster.
3. Vervang de lamp in de lamphouder.
4. Duw de lamphouder in de houder achter het rooster.
5. Draai de lamphouder iets naar rechts om hem te
monteren.
6. Sluit de motorkap.
De banden controleren
Let op:
Om lekke en langzaam leeglopende banden
te repareren, kunt u bij uw lokale onderdelendealer
een afdichtmiddel voor banden, een zgn. bandensealant
aanschaffen. Bandensealant voorkomt ook uitdroging
van de banden en corrosie van de velgen.
• Zorg ervoor dat de bandenspanning in alle banden
correct is (zie de zijkanten van de banden voor de
correcte spanning in psi).
• Houd de banden vrij van benzine, olie of
bestrijdingsmiddelen die het rubber kunnen
aantasten.
• Houd de banden uit de buurt van stronken, stenen,
kuilen, scherpe voorwerpen en andere gevaarlijke
objecten die de banden kunnen beschadigen.
De banden repareren
1. Breng de vooras omhoog en ondersteun deze op
een veilige manier.
OPGELET:
Hef en ondersteun één
as per keer.
2. Verwijder de stofkap (A), de E-clip (B), de ring (C) en
de rechthoekige spie (D).
B
C
A
D
Let op:
Er zijn alleen rechthoekige spieën op de
achterwielen.
3. Verwijder het wiel van de as.
4. Verwijder de band van het wiel.
5. Repareer de band.
Let op:
Gebruik bandensealant om gaten in de
band af te dichten. Bandensealant voorkomt ook
uitdroging van de banden en corrosie van de velgen.
6. Monteer de band op het wiel.
7. Breng het wiel, de ring, de rechthoekige spie en de
E-clip aan op de as. Zorg ervoor dat de E-clip correct
in de groef op de as is aangebracht.
8. Breng de stofkap aan.
De V-riemen inspecteren
De riemen kunnen niet worden afgesteld.
• Inspecteer de V-riemen na elke 100 bedrijfsuren op
aantasting en slijtage.
• Vervang de V-riemen als ze beginnen te slippen
omdat ze te zeer versleten zijn.
Onderhoud uitvoeren aan de koelventilator
van de transaxle
OPGELET:
Reinig de ventilator of
transmissie niet terwijl de motor draait of de
transmissie heet is.
OPGELET:
Gebruik geen
hogedrukspuit of stoomreiniger. Water kan
in lagers en elektrische aansluitingen
dringen en corrosie veroorzaken die tot
schade aan het product kan leiden.
118
1923 - 005 - 13.10.2022