NEDERLANDS
25
6. EINDCONTROLE
1) Staat de vitrine waterpas?
2) Bevindt de vitrine zich op een locatie waar de
omgevingstemperatuur het hele jaar 10 °C tot
30 °C is?
3) Is alle transportverpakking (karton, verdamperbus,
tape, enz.) van en uit de vitrine verwijderd?
4) Zijn alle elektrische aansluitingen en leidingverbin-
dingen (goed) aangebracht?
5) Is de voedingsspanning gecontroleerd en komt
die overeen met de gegevens op het typeplaatje?
6) Heeft de gebruiker de gebruiksaanwijzing
ontvangen en is deze geïnstrueerd in het
gebruik van de vitrine en op de hoogte gesteld
van het belang van het aanbevolen periodieke
onderhoud?
7) Heeft de gebruiker de naam en het telefoonnum-
mer ontvangen van het geautoriseerde servicebe-
drijf?
7. OPSTARTEN
BELANGRIJK
1. Zorg dat er geen water in het machinecom-
partiment en aan de buitenzijde terechtkomt.
Dit kan tot gevaar voor elektrische schokken
leiden.
2. Zorg dat u de vitrine vooraf koelt voordat u
er voedingsmiddelen in plaatst. Plaats alleen
producten in de vitrine die reeds gekoeld
3. INSTALLATIE
BELANGRIJK
Houd de vitrine bij het dragen vast aan de
onderkant.
1) Pak de vitrine uit en verwijder al het karton, de ver-
damperbus, tape en ander verpakkingsmateriaal
VOORDAT u het apparaat bedient. Zorg ervoor
dat u de buitenkant niet beschadigt wanneer u de
vitrine hanteert.
2) Stel de vitrine op de gewenste plaats op. Reinig
het interieur met water en zeep en spoel grondig
na.
3) Zet de vitrine waterpas in zowel breedte- (van
links naar rechts) als lengterichting (van voren
naar achteren).
4) De kant van de machine waar deze de toonbank
raakt moet met siliconen worden afgekit.
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De vitrine moet worden aangesloten op een apart
stopcontact met voldoende capaciteit. De maximaal
toegestane spanningsverandering mag niet meer
zijn dan ± 6 procent van de waarde die staat vermeld
op het typeplaatje. Raadpleeg het typeplaatje.
5. AFVOERAANSLUITINGEN
* De slang kan worden aangesloten op de linker- of
rechteraansluiting, al naar gelang wat handiger is.
* De aansluiting moet zoals in de afbeelding
hieronder worden gedraaid om de slangaansluiting
naar beneden te richten.
* Houd een luchtruimte van meer dan 5 cm aan
tussen de verticale afvoerleiding en de afvoerput.
Afb. 5
Niet goed
Goed
Aansluiting
Slang
Aansluiting
Slang
Aansluiting
Aansluiting
Slang
Naar vloerafvoer
of afvoerput
Afb. 4
100 cm
100 cm
15 cm
Hoogte van
apparaat
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
