92E2DA20E0303
NEDERLANDS
22
Afb. 10
Watertoevoerkraan
Toevoerslang
Afb. 9
Toevoerslang
Afvoerslang
Watertoevoerinlaat
G3/4
Waterafvoeroverloop
R3/4
IJsproductiewaterafvoer
R3/4
BELANGRIJK
1. Controleer de condities en kwaliteit van de
ijsproductie. Verander waar nodig de ijsgrootte
( z i e “ I I . 1 . B E D I E N I N G ” i n d e
gebruikshandleiding).
2. Gebruik geen ijs dat tijdens het testen is
geproduceerd aangezien het kan zijn vervuild
door vreemde stoffen in het watercircuit.
Wegruimen of wegspoelen door de afvoer.
3. Reinig de opslagbak voorafgaande aan gebruik
Afb. 11
Bedieningskast
IJsknop
Display
Optieknop
Stopknop
Bedrijfsschakelaar
Waarschuwingsblad
7. OPSTARTPROCEDURE
1) Controleer of het stroomsnoer is losgekoppeld.
2) Verwijder het voorpaneel.
3) Controleer de eenfasevoedingsspanning en stel de
spanningsregelschakelaar op de bedieningskast in
op het dichtstbijzijnde voltage (220 V, 230 V of 240
V).
4) Verwijder het waarschuwingsblad en zet de
bedrijfsschakelaar in de “ON” stand.
5) Open de watertoevoerkraan.
6) Schakel de stroomvoorziening in en activeer.
7) Het display wordt verlicht in de “IJS” modus.
8) Het volgende behoort achtereenvolgens te gebeuren:
a) Het waterreservoir wordt gevuld.
b) De tandwielmotor start.
c) De compressor start.
9) Plaats het voorpaneel in de juiste stand terug.
3) Sluit de grijze, buigzame afvoerslang (accessoire)
aan op de R3/4 fittingen, zoals aangegeven.
Controleer of de rubberringen goed zijn aangebracht
alvorens de bevestigingen handvast te draaien. Deze
slang kan zonodig op lengte worden gesneden voor
een passende aansluiting op de hoofdafvoer.
4) De opslagbak is eveneens voorzien van een afvoer
die een fitting en uitlaatpijp (niet bijgeleverd) vereist.
De drie afvoeren worden worden gescheiden om
terugstroming van de machine naar de opslagbak
te voorkomen.
Spanningsregel-
schakelaar
Motorbeveiliging
(10A)
Motorbeveiliging
(6A)