84
85
Montage- en gebruikshandleiding
sun |
powerpack
classic
7140803000 V1.1 (10.2015)
Montage- en gebruikshandleiding
sun |
powerpack
classic
7140803000 V1.1 (10.2015)
5 Opslag
Na ontvangst moet u de batterijen zo snel mogelijk uitpakken, installeren en laden. Als dit niet
mogelijk is, slaat u de batterijen op in een schone, droge, koele en vorstvrije ruimte. Een te hoge
opslagtemperatuur leidt tot een snellere zelfontlading en vroegtijdige slijtage. Stel de batterijen
niet bloot aan directe zonnestralen.
Om schade te vermijden, moet na een
opslagtijd van maximum 3 maanden
(vanaf ontvangst
van de artikelen) een
compensatielading van de batterijen
plaatsvinden. Voor het berekenen
van het precieze tijdstip gaat u uit van de dag van de levering. Bij opslagtemperaturen boven
20 °C is het vereist om de b.g. compensatielading frequenter uit te voeren (bij 40 °C maandelijks
laden). Bij het niet naleven ervan kunnen prestatievermindering en een verkorte levensduur van
de batterij het gevolg zijn. Het heropladen tijdens de opslagtijd moet max. twee keer plaatsvinden.
Naladingen gedurende de opslag moeten worden gedocumenteerd (zie formulier in de bijlage
11.1).
6 Voorbereidingen voor de installatie
Noteer de 9-cijferige identificatienummers, de rustspanningen en de inbedrijfstellingsgegevens
van alle batterijblokken voor de opbouw van het dragersysteem in de bijbehorende tabel (zie
bijlage 11.1). De identificatienummers zijn in de deksels van de batterijblokken (bij de pool)
gemarkeerd. De inbedrijfstellingsdatum is met een klein etiket op elke batterijblok gekleefd
(formaat: MM/JJ).
6.1 Montageplaats
OPGELET!
Het batterijsysteem mag niet in ruimten met overstromingsgevaar worden opgeslagen, geïnstal-
leerd of gebruikt.
De
sun |
powerpack
classic
moet op de bodem van de opstelplaats worden geplaatst. De dragersys-
temen mogen niet worden gestapeld. De
sun |
powerpack
classic
moet zo worden gepositioneerd
dat de open achterwand tegen een wand op de opstelplaats staat.
Het deksel van de drager mag niet met een gewicht van meer dan 5 kg worden belast.
De bodem moet voor de opstelling van de batterijen geschikt zijn, d.w.z.:
• geschikte belastbaarheid (zie onderstaande gewichtstabel),
• gelijkvloers,
• indien mogelijk vibratievrij (anders is het gebruik van speciale onderstellen vereist).
Gewichten van de
sun |
powerpack
classic
:
Systeem 5,5/24
8,0/24 11,0/24 6,4/48
8,0/48 11,0/48 16,0/48
22,0/48
Gewicht
195 kg
295 kg
370 kg
255 kg
295 kg
370 kg
2x295 kg 2x370 kg
6.1.1 Veiligheidsafstand
ONTPLOFFINGSGEVAAR!
Alle ontstekingsbronnen of vonk vormende bedrijfsmiddelen (bv. open vlammen, gloeilichamen,
elektrische schakelaars, vonken) uit de buurt van de celopeningen of de centrale ontgassing
houden.
Respecteer de veiligheidsafstand.
Voor de
sun |
powerpack
classic
moeten onderstaande veiligheidsafstanden tot vonk vormende of
gloeiende bedrijfsmiddelen (oppervlaktetemperatuur ≥ 200 °C) worden gerespecteerd:
Systeem
5,5/24
8,0/24 11,0/24 6,4/48
8,0/48 11,0/48 16,0/48
22,0/48
Minimum
afstand
508 mm 457 mm 508 mm 534 mm 457 mm 508 mm 457 mm
508 mm
6.1.2 Ventilatie
ONTPLOFFINGSGEVAAR!
Aangezien de tijdens het laden van batterijen ontstane gassen niet te vermijden zijn, moet door
voldoende ventilatie een verdunning van de waterstofconcentratie worden bereikt.
Onderstaande punten moeten bij de natuurlijke ventilatie van de opstelplaats in acht worden
genomen:
• Gescheiden luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen vereist
• Versteviging van de ventilatie door haardwerking (luchtgeleiding)
• Ontluchting in open lucht (niet in airconditionings of aangrenzende ruimtes)
• De verluchtingsopeningen moeten zo snel mogelijk aan tegenover liggende wanden worden
aangebracht resp. als ze op dezelfde wanden zijn aangebracht, een minimale afstand van 2 m
hebben.
Minimale doorsnede voor gescheiden luchttoevoer- en luchtafvoeropening telkens:
Systeem
5,5/24
8,0/24 11,0/24 6,4/48
8,0/48 11,0/48 16,0/48
22,0/48
Min.
Maat
31 cm
2
45 cm
2
62 cm
2
36 cm
2
45 cm
2
62 cm
2
90 cm
2
124 cm
2
6.2 Gereedschap en uitrusting
WAARSCHUWING!
Voor de installatie hebt u uw persoonlijke veiligheidsuitrusting, beschermende kleding, veilig-
heidsgereedschap en overige uitrusting nodig, zoals beschreven in hoofdst. 3.5.2. Gebruik bij
werkzaamheden enkel gereedschap met spanningsisolerende grepen.
Vereiste uitrusting:
• Veiligheidsuitrusting en veiligheidskleding
• Draaimomentsleutel met opzetstuk (sleutelbreedte: 10 mm, 13 mm, 17 mm en 22 mm)
• Ratel met verlengstuk (sleutelbreedte: 10 mm, 13 mm en 17 mm)
• Stofpapier of stofdoek van katoen (geen kunstvezeldoeken gebruiken, aangezien er gevaar
bestaat op statische oplading), bevochtigd met water
• Zijkniptang met isolerende greephulsen
• Spanningsisolerende vorksleutel met sleutelbreedte 10 mm en 17 mm
• Spanningsisolerende platte schroevendraaier
• Inwendig zeskantige sleutel 2,5 mm