40
40
Fig. 23
Fig. 22
Fig. 17
Fig. 18
Fig. 21
Fig. 20
UW ROBOT REINIGER ONDERHOUDEN
HET STOFRESERVOIR LEGEN
Verwijder na het stofzuigen het stofreservoir.
1. Druk op de ontgrendelingsknop en trek deze naar buiten.
[Fig. 17]
2. Houd de stofcontainer boven een stofbak.
[Fig. 18]
3. Gebruik indien nodig de reinigingsborstel om overtollig stof van het interne oppervlak van de stofbak
of het fiteroppervlak te verwijderen.
4. Plaats het stofreservoir terug oP de robot.
SCHOONMAKEN VAN DE FILTERS
De robot is uitgerust met een voormotorfilter. Reinig regelmatig het filterdeksel, het voormotorfilter en
het sponsfilter om optimale reinigingsprestaties te behouden. Ze moeten om de 5 ledigingen van het
stofreservoirs worden gereinigd en mogen niet worden gewassen.
1. Schakel de robot uit en verwijder hem uit het laadstation.
2. Druk op de knop van het stofreservoir en neem het stofreservoir uit de reiniger.
[Fig. 17]
3. Verwijder alle filteronderdelen en reinig ze afzonderlijk. De montage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
[Fig. 19,20]
Zorg ervoor dat het filterinzetstuk correct is gemonteerd. Om dit te garanderen, drukt u eerst de kortere
zijwand in de fitting, voordat u de filter aan de andere kanten indrukt door op de randen te drukken.
BELANGRIJK:
Controleer de filters regelmatig en onderhoud ze volgens de onderhoudsaanwijzingen.
Hierdoor blijven de presTaties van uw robot behouden.
ANTI-VALSENSOREN REINIGEN
Om de veilige werking van uw robot te behouden, is het belangrijk om de valbeveiligingssensoren
schoon te houden.
Aan de onderkant van de robot bevinden zich 3 sensoren. Draai de robot ondersteboven en maak
deze schoon met een zachte borstel om ophoping van stof, vuil of puin te verwijderen.
[Fig. 21]
SCHOONMAKEN VAN DE AGITATOR
Reinig de agitators regelmatig om optimale reiniging prestaties te behouden.
1. Zet de Robot af.
2. Draai de Robot om.
[Fig. 22]
3. Druk op de clips op de zoolplaat, verwijder de dop en verwijder vervolgens het roerwerk. Verwijder
haar en pluizen enz. met de hand of met een borstel.
SCHOONMAKEN VAN DE RANDBORSTELS
De randborstels kunnen gemakkelijk versleten raken door zwaar gebruik dus controleer ze regelmatig
om hun staat te bewaken.
1. Zet de Robot uit en draai hem om.
2. Maak de twee zijborstels aan de rand los.
3. Gebruik een schaar om vastgekomen haar of vuil te verwijderen.
SCHOONMAKEN VAN DE AANDRIJFWIELEN
1. Zet de Robot uit en draai hem om.
2. Verwijder al het vuil of vastzittend haar in de wielen.
3. Maak de wielen schoon met een droge doek.
[Fig. 23]
BELANGRIJKE MEDEDELING
Gebruik alleen goedgekeurde vervangende onderdelen voor uw Robot.
Het gebruik van onderdelen die niet door Hoover werden gevalideerd zal uw garantie ongeldig maken.
Als de robot enkele maanden niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterijen en bewaar ze op een
koele, droge plaats.
BELANGRIJK:
Zorg er altijd voor dat uw apparaat is uitgeschakeld voordat u wijzigingen uitvoert.
Fig. 19
NL