![Homa CR253WA Original Instruction Manual Download Page 57](http://html1.mh-extra.com/html/homa/cr253wa/cr253wa_original-instruction-manual_2147743057.webp)
nEDlErlanDS | 57
Automatische vlotterschakeling
Wanneer de waterstand tot een bepaald maximaal niveau
stijgt (inschakelpunt), schakelt de opdrijvende vlotter de
pomp automatisch in. Is de waterstand door het weg-
pompen tot een bepaald minimaal niveau (uitschakelpunt)
gedaald, dan schakelt de vlotter de pomp uit. De schake-
lafstand, d.w.z. de waterstand tussen in- en uitschakel-
punt kan individueel worden vastgelegd Daarbij moet erop
worden gelet dat het inschakelpunt van de pomp onder de
toevoerleiding ligt, om een terug stuwing van de vloeistof
te vermijden. Het uitschakelpunt moet boven de boven-
rand van het pomphuis liggen, zodat er geen luchtbel in de
pomp kan worden gevormd, wat het eventueel noodzake-
lijk kan maken de pomp te ontluchten.
Volg voor een probleemloze werking de volgende aanwi-
jzingen:
De kabel is aan een vlotterarm gemonteerd welke op een
draaispil van een geleiderail bevestigd is. Het draaipunt
kan losser gedraaid worden via de bevestigingsschroef op
de geleiderail. Word het draaipunt op de geleiderail hele-
maal naar achteren geschoven, is het afpompen van een
waterstand tot 5 cm. mogelijk. Het inschakelpunt ligt dan
op 26cm. Is het draaipunt in de bovenste positie beves-
tigt, dan ligt het inschakelpunt op 34cm en het uitschakel-
punt op 13cm. Daarnaast kunt u de schakelfrequentie
verhogen indien u het waterpeilverschil verminderd van
het aan- en uitschakelpunt. De vlotterarm beschikt over
een inkeping tussen de twee mogelijke draaipunten. Op
dit punt kunt u de vlotterarm inkorten. In geen geval mag
de vlotter met kabel eenvoudig in het te verpompen me-
dium geworpen worden, daar correct schakelen alleen bij
een draaibeweging van de vlotter om een draaipunt van
de vlotterarm mogelijk is. Mogelijke gevolgen bij het niet
in acht nemen van deze gebruikshandleiding zijn overstro-
ming (pomp schakelt niet aan), of bv vernietiging van de
pomp door droogloop (pomp schakelt niet uit).
Bij gebruik van een aparte vlotter voor pompen-Start,
pompen-Stop en Alarm zijn de schakelniveaus zoals
boven omschreven. De alarmvlotter zal ca. 10 cm boven
het pomp-inschakelpunt schakelen, maar altijd onder de
inlaat.
Belangrijk:
Na iedere verandering van de niveauschake-
laar bevestiging dient u de werking door een testloop te
controleren
260-340
50-130
AAN
UIT
Nr.
beschrijving
1
Notch om de vlotter te verminderen
2
bevestigingsschroef
Niveauschakelaar voor tussenkoppeling
Pompen zonder niveauschakelaar kunnen achteraf met
een HOMA tussen koppelbare niveauschakelaar worden
uitgerust . De niveauschakeling vindt plaats nadat de
niveauschakelaar tussen de contactdoos en de netstekker
van de pomp gekoppeld is.
Bij achteraf montage van een niveauschakelaar dient u de
vlotterkabel overeenkomstig de gewenste schakelafstand
en schakelniveau, aan de pomp, de persleiding of een
vast punt bevestigen.
In geen geval mag de vlotter met kabel eenvoudig in het
medium geworpen worden, daar correcte schakeling al-
leen bij een draaibeweging om het bevestigingspunt van
de kabel mogelijk is. Mogelijke gevolgen bij verkeerde
montage zijn, overstroming ( Pomp schakelt niet in) of
destructie van de pomp door droogloop (Pomp schakelt
niet uit)
Belangrijk:
Na iedere verandering van de niveauschake-
laar bevestiging dient u de werking door een testloop te
controleren
Inbouw van een terugslagklep
De pompen worden in de meeste toepassingen als
noodpomp gebruikt en derhalve zelden in gebruik ge-
nomen. De pomp is daardoor niet standaard met een
terugslagklep uitgevoerd. De reden hiervoor is dat mo-
gelijk onder bepaalde voorwaarden functiebeperkingen
van de pomp kunnen optreden. Is het laatste bedrijf een
zeer lange tijd geleden (maanden of jaren), dan kan vuil
uit het tegen de terugslagklep staande water (van overv-
loedig restant bedrijf opgezogen oppervlaktewater) tegen
de terugslagklep zijn afgezet waardoor de opening word
verhinderd. Dit geldt in het bijzonder dat de pomp na lang
stilstaan bij elke eerste start compleet ontlucht moet
worden.
Het nadeel is, dat bij een installatie zonder terugslagklep
het uit de leiding terugstromend water met het overige
restwater opgenomen (opdweilen of het nat opzuigen)
moet worden. Dit nadeel heeft in de meesten gevallen
meer voorkeur dan het falen van de pomp. Een terug-
slagklep wordt alleen geïnstalleerd in toepassingen welke
regelmatig worden gebruikt (minimaal 1x per week).
5.3. Inbedrijfstelling
Dit hoofdstuk bevat alle belangrijke instructies voor het
bedieningspersoneel voor een veilige inbedrijfstelling en
bediening van de machine. Het is van belang dat de vol-
gende gegevens worden aangehouden en gecontroleerd:
•
Opstellingswijze
•
Bedrijfswijze
•
Minimale afdekking door water/Max. dompeldiepte
Summary of Contents for CR253WA
Page 17: ...DEUTSCH 17 Notizen Notes...
Page 47: ...FrancAIS 47 Notizen Notes...
Page 62: ...Notizen Notes...