44
Nederlands
[Fijnregelen van de schroefdiepte]
De instellingen van (1) tot (2) voor de schroefdiepte
zijn slechts voorlopig.
Draai een aantal testschroeven in een stuk materiaal
en maak aan de hand daarvan de precieze instelling.
Draai de instelknop in de
richting als de schroef
te ver blijft uitsteken.
Draai de instelknop in de
richting als de schroef
te diep ingedraaid wordt.
(Zie
Afb. 11
)
AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN DE
SCHROEVENBAND
1. Aanbrengen:
(1) Steek het uiteinde van de schroevenband in de
band-geleidegroef (punt A).
(2) Steek vervolgens het uiteinde van de band in de
doorloopgroef (punt B) en druk het voor doorvoer
in de richting van de
\
pijl. (Zie de
Afb. 12
,
13
en
15
.)
(3) Stel de schroevenband zo in dat de eerste schroef
tegenover de markering van het schuifmechanisme.
(Zie
Afb. 14
en
Afb. 15
.)
VOORZICHTIG
Als de schroevenband niet precies staat ingesteld
zoals aangegeven in de afbeeldingen, kan dit leiden
tot beschadiging van het oppervlak van uw werkstuk
(door onvoldoende doorvoer) of verspilling van
schroeven (door overmatige doorvoer).
2. Verwijderen
Wanneer de schroevenband is opgebruikt of wanneer
u een half opgebruikte band wilt verwijderen, trek
u de band door in de richting van de
\
pijl, zoals
aangegeven in
Afb. 16
.
Juist
(Knippert)
Steekt te
ver uit
Te diep
ingedraaid
Afb. 11
Afb. 13
Schuif-
mechanisme
Punt A
Punt B
Schroeven-
bandgeleidegroef
Schroevenband
Afb. 12
(Vanaf de onderkant gezien)
(Voor-aanzicht)
Schroef staat
voor
Schuifmechanisme
Zet 1 schroef
vooruit.
Afb. 14
Schroevenband
Aanpassingsstuk
Afb. 16
Schroef-markering
1 schroef vooruit1
schroef vooruit
30°
Afb. 15
05Ned_WF4DY_WE
12/24/08, 18:35
44