38
Nederlands
Tabel 1
Aanduidingen van het controlelampje
Brandt ongeveer 0,5 seconde.
Brandt ongeveer 0,5 seconde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Blijft branden
Brandt ongeveer 0,5 seconde.
Brandt ongeveer 0,5 seconde niet.
(Uit voor 0,5 seconde)
Brandt ongeveer 0,1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,1 sekonde niet.
(Uit voor 0,1 seconde)
Blijft branden
Knippert
(ROOD)
Tijdens
opladen
Na opladen
Brandt
(ROOD)
Knippert
(ROOD)
Voor het
laden
Opladen
onmogelijk
Knippert
(ROOD)
Er is iets mis met de
accu of met het
oplaad-apparaaat.
De temperatuur van de
accu is te hoog, waardoor
het opladen onmogelijk is.
Opladen
onmogelijk
Brandt
(GROEN)
TOEPASSINGEN
䡬
Bij gecombineerde actie van DRAAIEN en SLAG:
Boren van gaten in harde oppervlakten (beton,
baksteen, tegels enz.)
䡬
Bij ROTERENDE actie:
Boren van gaten in staal, hout en plastiek.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accuvergrendelingen om de batterij te verwijderen
(Zie
Afb. 1
en
2
).
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Breng de geleiders op de accu en de behuizing in
lijn wanneer u de accu bevestigt. Zorg ervoor dat
de accu stevig vast zit.
OPLADEN
Voor het gebruik van de klopboormachine dient de batterij
als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopcontact aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
contact wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (met tussenpozen van 1 seconde).
2. Steek de batterij in het acculader.
Steek de accu in de oplader zoals aangegeven op
Afb. 3
. Zorg ervoor dat accu op de juiste manier
in de oplader zit.
OPGELET
䡬
Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus
en min wordt geplaatst. Opladen zal anders niet
mogelijk zijn en daarbij zou u bijvoorbeeld de
aansluitpunten van de lader kunnen beschadigen.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt
aangebracht, blijft het controlelampje continu rood
branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 seconde) (Zie
Tabel 1
).
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in
tabel 1
, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of det acculader.
Geschikte temperatuur
Soort batterij
voor het opladen
EB2420
–5°C – 60°C
EB2430HA
0°C – 45°C
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare
batterij
De temperatuur van oplaadbare batterijen verloopt
zoals aangegeven in de onderstaande
tabel 2
;
batterijen die erg warm zijn dient u voor het opladen
even af te laten koelen.
Tabel 2
05Ned_DV24DV_WE
5/8/09, 16:07
38