27
Nederlands
4. Trek met een korte ruk aan de trekstarter en zorg ervoor dat u
de starter goed in uw hand houdt, zodat hij niet plotseling terug
kan schieten. (
Afb.
6
)
5. Als u hoort dat de motor probeert te starten, zet u de
chokehendel weer in de positie START (open) (C). Trek dan
opnieuw met een korte ruk aan de trekstarter.
OPMERKING
Als de machine niet wil starten, herhaal dan de stappen 2 tot 4.
6. Na het opstarten moet de machine ongeveer 2-3 minuten warm
lopen voordat ze belast kan worden.
Snoeien
Tijdens het snoeien moet de machine op volgas draaien, omdat zo
de juiste snoeisnelheid behouden blijft. Als u de bovenkant van een
heg wilt trimmen, moet u de trimmer zodanig vasthouden dat de
messen een hoek van 15 tot 30 graden t.o.v. de horizontale positie
vormen, zwenk de trimmer met een boogvormige beweging naar de
rand van de heg om zo de afgesneden takken te verwijderen. Als u
de zijkanten van de heg wilt trimmen, moet u de trimmer verticaal
houden en boogvormig bewegen.
OPMERKING
○
Handgreep
met
meerdere
posities
(
Afb.
7
)
De achterste hendel kan 90 graden gedraaid worden, zodat
u de machine comfortabel in verschillende snijhoeken kunt
gebruiken. De hendel kan in vijf verschillende posities gedraaid
worden. Controleer eerst of de motor stationair loopt of
uitgeschakeld is, voordat u de achterste hendel gaat instellen.
○
De motor slaat automatisch af, als de gashendel ingedrukt
wordt, terwijl de hendel NIET in een van de vijf posities
vastgezet is. Probeer nooit om met de machine te werken, als
de achterste hendel niet stevig vastgezet is.
Om de hendel in een bepaalde positie te kunnen draaien, moet u
eerst de vergrendelknop (6) indrukken. Druk op de blokkeerhendel
(6) om de blokkering op te he
ff
en zodat de handgreep kan worden
gedraaid. Draai de handgreep tot de gewenste 0°, 45° of 90°
vergrendelstand en zet dan de blokkeerhendel (6) vrij om de
handgreep op de plaats te vergrendelen.
D:
VERGRENDELEN
E:
ONTGRENDELEN
Stoppen
(
Afb.
8
)
Verminder de snelheid van de motor en zet de
ontstekingsschakelaar in de positie stop (F).
ONDERHOUD
ONDERHOUD, VERVANGING EN REPARATIE VAN DE
ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE MET UITSTOOT VAN
UITLAATGASSEN EN GELUIDSOVERLAST TE MAKEN HEBBEN
MOGEN WORDEN UITGEVOERD DOOR DESBETREFFENDE
VAKBEDRIJVEN EN VAKLUI.
Carburateurafstelling
(
Afb.
9
)
WAARSCHUWING
○
De messen kunnen mogelijk draaien terwijl de carburateur
afgesteld wordt.
○
Start de motor nooit met de kap van de koppeling verwijderd.
De koppeling kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken.
In de carburateur wordt de brandstof met lucht vermengd. De
carburateur wordt afgesteld als de motor wordt getest in de fabriek.
Er kunnen aanpassingen nodig zijn, afhankelijk van klimaat en
hoogte. De carburateur heeft één afstelmogelijkheid:
T
=
afstellingsschroef
stationair
toerental.
Afstelling
stationair
toerental
(
T
)
Controleer of het lucht
fi
lter schoon is. Als het stationair toerental
juist is, draait de ketting niet. Als afstellen nodig blijkt, draai (met
de klok mee) aan de T-schroef terwijl de motor loopt tot de ketting
begint te draaien. Draai de schroef terug (tegen de klok) tot de
ketting stopt. U heeft het juiste stationair toerental ingesteld als de
motor in elke positie rond loopt op een toerental dat ver onder het
toerental ligt waarbij de ketting begint te draaien.
Als het snijgereedschap nog draait, nadat u de onbelaste snelheid
ingesteld heeft, neem dan contact op met uw Hitachi dealer.
Lucht
fi
lter
(
Afb.
10
)
Verwijder stof en vuil uit het lucht
fi
lter om te vermijden dat:
○
de carburateur storingen vertoont.
○
de motor slecht start.
○
de motor minder kracht heeft.
○
de motoronderdelen onnodig verslijten.
○
de machine meer benzine verbruikt.
Als u in een zeer sto
ffi
ge omgeving werkt dient u dagelijks het
lucht
fi
lter te reinigen.
Lucht
fi
lter
reinigen
Verwijder de deksel en het
fi
lter. Maak ze schoon met warm
zeepwater. Controleer of het lucht
fi
lter droog is voor hermontage.
Een lucht
fi
lter dat enige tijd in gebruik is geweest, kan niet meer
worden gereinigd. Het moet daarom regelmatig worden vervangen.
Beschadigde
fi
lters moeten altijd worden vervangen.
OPMERKING
Smeer het element overvloedig in met 2-taktolie of iets
dergelijks. Druk op het element om de olie volledig te verdelen
en om overbodige olie te verwijderen.
Bougie
(
Afb.
11
)
De toestand van de bougie wordt negatief beïnvloed door:
○
een verkeerde afstelling van de carburateur.
○
een verkeerde mengsmering (teveel olie in de benzine).
○
een vervuild lucht
fi
lter.
○
zware werkomstandigheden (bijv. koude).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van de
bougies, wat tot storingen en startproblemen leidt. Als het de
motor aan kracht ontbreekt, hij startproblemen vertoont of niet
rond stationair loopt, controleer dan eerst de bougie. Is de bougie
vuil, maak hem dan schoon en controleer de afstand tussen de
elektrodes. Corrigeer indien nodig. De juiste afstand is 0,6 mm.
Na ongeveer 100 bedrijfsuren, of ook al eerder als de elektroden
weggevreten zijn, dient de bougie te worden vervangen.
OPMERKING
In sommige gebieden wordt een ‘resistor’ bougie
voorgeschreven om de machine te ontstoren tegen
ontstekingssignalen. Als deze machine standaard met een
ontstoorde bougie was uitgerust dient u deze door hetzelfde
type te vervangen.
Snoeimes
(
Afb.
12,
13
)
De messen zijn met behulp van vier, vijf of zes schroeven aan de
snijgeleider bevestigd. Deze schroeven zijn met een zekere speling
vastgeschroefd, zodat de messen soepel kunnen bewegen.
Als
er
te
weing
speling
is
De messen bewegen zich niet correct en kunnen vastslaan.
Als
er
te
veel
speling
is
De messen zijn niet scherp genoeg.
De
speling
van
het
mes
aanpassen
1. Draai de bevestigingsmoeren van het mes los.
2. Draai de bevestigingsschroeven van het mes tot aan de
aanslag en draai ze vervolgens weer ca. 3/8 slag terug.
3. Als de schroeven in deze positie staan, worden de
bevestigingsschroeven van het mes vastgedraaid.
De bevestigingsschroeven van het mes moeten absoluut worden
vervangen als ze te los zitten, versleten of beschadigd zijn. Zorg er
ook voor dat een beschadigd mes vervangen wordt.
OPMERKING
De glijvlakken van de messen moeten goed met machineolie
ingesmeerd worden.
Drijfwerkkast
(
Afb.
14
)
Breng op lithium gebaseerd vet van goede kwaliteit via de
vetinbrengopening aan, totdat een kleine hoeveelheid vet tussen de
messen en de drijfwerkkast te voorschijn komt. Smeer in met vet op
de vetnippel (aangeduid met een pijl) naast de aandrijfkast met een
in de handel verkrijgbaar cassettevetpistool.
000Book̲CH22EAP(50ST)̲WE̲NE.indb 27
000Book̲CH22EAP(50ST)̲WE̲NE.indb 27
2012/01/16 10:11:44
2012/01/16 10:11:44