24
Nederlands
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrien niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
4. De keuze van de juiste boor
䡬
Bij boren in beton of steen
Gebruik maken van de boren, die genoemd werden
bij de extra toebehoren.
䡬
Bij boren in metaal of kunststof
Gebruik maken van een normale metaalboor.
䡬
Bij boren in hout
Gebruik maken van een normale houtboor. Voor gaten
van 6,5 mm of kleiner maakt men gebruik van een
metaalboor.
5. Monteren en verwijderen van de boren
Het land van aanschaf bepaalt normaal gesproken of de
sleutelloze boorkop Type A of Type B vereist is.
䡬
Type A (
Afb. 1
)
(1) Bevestigen van het boorstuk
Draai de vergrendelkraag in de richting van “AUF”
en open de boorkop. Steek het boorstuk zo ver als
mogelijk in de boorkop en draai de vergrendelkraag
naar “ZU”. Houd de ring vast en sluit de boorkop
door de huls vanaf de voorkant gezien naar rechts te
draaien.
(2) Verwijderen van het boorstuk
Draai de vergrendelkraag in de richting van “AUF”
om het mechanisme te ontgrendelen. Houd de ring
vast en open de boorkop door de huls naar links te
draaien.
OPMERKING
Wanneer de huls niet verder los komt, moet u de
zijhendel aan de ring bevestigen, de zijhendel stevig
vasthouden en dan de huls met de hand losdraaien.
(
Afb. 3
)
䡬
Type B (
Afb. 2
)
(1) Bevestigen van het boorstuk
Draai de huls tegen de klok in en open de boorkop.
Steek het boorstuk zo ver als mogelijk in de boorkop,
houd de ring vast en sluit de boorkop door de huls
vanaf de voorkant gezien met de klok mee te draaien.
(2) Verwijderen van het boorstuk
Houd de ring vast en open de boorkop door de huls
tegen de klok in te draaien.
OPMERKING
Wanneer de huls niet verder los komt, moet u de
zijhendel aan de ring bevestigen, de zijhendel stevig
vasthouden en dan de huls met de hand losdraaien.
(
Afb. 3
)
6. Controleer de draairichting (Afb. 4)
De boor draait met de klok mee (van achteren gezien)
wanneer u op de R-kant van de drukknop drukt.
De L-kant van de drukknop dient u in te drukken als u
de boor tegen de klok in wilt laten draaien.
(Op de behuizing bevinden zich de
L
en
R
merktekens.)
VOORZICHTIG
Gebruik de klop-boor-schroefmachine altijd met de
draairichting naar rechts wanneer hij als klop-boor-
schroefmachine gebruikt wordt.
7. Het aanbrengen van de hangreep (Afb. 5)
Monteer de handgreep op het daarvoor bestemde
bevestigingspunt.
Draai de handgreep nu rechtsom om deze vast te zetten.
Zet de handgreep in de gewenste positie voor het
soort werk dat u wilt uitvoeren, en draai de handgreep
vervolgens stevig vast. Voor het aanbrengen van een
diepteaanslag aan de zijhendel, kunt u deze in de U-
vormige groef van de zijhendel doen, stel vervolgens
de gewenste diepte van het gat in en draai tenslotte
de greep van de zijhendel stevig aan. (
Afb. 6
)
8. Het omschakelen van SLAGBOORROTATIE naar
normale BOORROTATIE (Afb. 7)
Zet de hendel in de rechter of linker stand om te
kiezen tussen respectievelijk IMPACT (boren en
kloppen) en ROTATION (alleen boren).
Om gaten in harde materialen zoals beton, steen of
tegels te boren, dient u de hendel in de rechter stand
(zoals aangegeven door het
teken) te zetten. De
boor zal nu tegelijk kloppen en boren.
Om gaten in metaal, hout en plastic te boren, dient u
de hendel in de linker stand (zoals aangegeven door
het
teken) te zetten. De boor zal nu alleen boren
zoals met een gewone elektrische boormachine.
VOORZICHTIG
䡬
De klop-boor-schroefmachine niet met
SLAGFUNCTIE gebruiken wanneer het materiaal
in de gewone boorstand geboord kan worden.
Men vermindert daardoor niet alleen het
vermogen van de boor, de boorpunt kan tevens
beschadigd worden.
䡬
Gebruik van de klop-boor-schroefmachine met de
hendel in het midden kan leiden tot schade. Zorg
ervoor dat u de hendel in de goede stand zet.
9. Omschakelen van een hoog toerental naar een laag
toerental:
Voor het veranderen van toerental moet men zich
ervan overtuigen dat de schakelaar op UIT staat en
de boor zich niet meer beweegt.
Voor het veranderen van toerental draait u de
toerentalkiezer in de gewenste richting, zoals
aangeduid wordt in
Afb. 8
d.m.v. de pijl. Het op de
kast ingeslagen d.m.v. de pijl. Het op de kast
ingeslagen chijfer “1“ betekent laag toerental, het
cijfer “2“ betekent een hoog toerental.
Indien het moeilijk is om de toerentalkiezer te draaien,
draai de boorkop dan eerst enigszins naar rechts of
links en probeer de toerentalkiezer vervolgens
opnieuw te draaien.
GEBRUIK
1. Bediening van de schakelaar
䡬
Wanneer u de trekker indrukt, gaat het gereedschap
draaien.
Wanneer u de trekker loslaat, stopt het gereedschap.
䡬
Het toerental van de boormachine regelt u door de
trekker meer of minder in te drukken. Het toerental is
laag als u de trekker minder indrukt, en neemt toe
naarmate u de trekker verder indrukt.
䡬
U kunt van tevoren het gewenste toerental instellen
met de toerentalregeling. Draai de toerentalregeling
met de klok mee voor een hoger toerental, of tegen
de klok in voor een lager toerental. (
Afb. 9
)
䡬
Als u de trekker indrukt en vervolgens de
vergrendeling gebruikt, zal de boormachine met het
ingestelde toerental blijven draaien. Druk de trekker
nog eens een beetje in om de vergrendeling op te
heffen en de boormachine uit te kunnen schakelen.
05Ned_DM20V_WE
3/9/09, 19:10
24